Ik kwam net bij Grimm vandaan. Het werd hoe langer hoe gekker met de oude dement wordende vrouw. Greta had weer iets in haar hoofd gehaald. De jonge verpleger die me komt wassen, is verliefd op mij, vertelde ze. Met een verheerlijkt gezicht deed ze het verhaal uit de doeken: Hij was vandaag voor het eerst gekomen, kwam de kamer binnen en had gezegd: Dag Mevrouwtje Grimm, lekker geslapen vannacht, ik ben Christiaan.
Op het eerste gezicht leek hij op haar grote liefde van 73 jaar geleden die ook toevallig Christiaan had geheten.
Jou ken ik, had ze gezegd. Jij bent de man van mijn dromen, mijn Casanova, mijn Christiaan. Ik heb je gezocht mijn leven lang. Dankzij God heb jij mij eindelijk gevonden. Ze had haar nachthemd omhoog getrokken en gezegd: Kus mijn borsten.
Ik had quasi ontsteld gestameld: Maar mevrouw Grimm, dat kan toch niet.
Ja, ging ze met een ondeugend gezicht verder en weet je wat hij toen deed? Hij pakte het aangebroken pakje margarine waar ik vroeger de karbonaadjes in bakte en heeft me helemaal daarmee ingesmeerd en gemasseerd, eerst van achteren en toen van voren, voegde ze er schalks aan toe. Wil je het verhaal nog verder horen? Greta kon er niet genoeg van krijgen en zonder mijn antwoord af te wachten: Hij schoof me op in bed, kleedde zich uit en is dicht tegen me aan komen liggen en… de rest vertel ik niet, besloot ze ineens met vastberaden en uitgestreken gezicht.
Ik was lichtelijk onpasselijk geworden.
Jij vertelt toch niets aan mijn vader en moeder hè buurvrouw, fleemde ze.
Nee mevrouw Grimm, ik zal zwijgen als het graf. Wat zal ik vandaag voor u meenemen, een broodje halfom?
Nee, doe mij maar zes washandjes, zes handdoeken, zes theedoeken, voor mijn uitzet.
Wat moest ik met Greta, dit kon toch niet langer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten