vrijdag 23 november 2012

alleen in de wereld

Op 'uitzending gemist' zag ik onderstaande -op maandag j.l. door de NCRV uitgezonden- documentaire. 
Interessant en herkenbaar voor onder andere degenen die in de late jaren 60 en vroege jaren 70 de flowerpower van nabij hebben meegemaakt. Onderstaande tekst heb ik overgenomen van NCRC dokument. 





**** De hele uitzending is te bekijken via de link onderaan dit blad.

Kinderen van bekende kunstenaars uit de jaren zestig worstelen met hun opvoeding

Hashdampen en vrije seks, de zestiger jaren generatie in Nederland komt in verzet tegen de gevestigde orde. Kunstenaars als Simon Vinkenoog en Johnny - de Selfkicker- van Doorn worden binnengehaald als profeten van de nieuwe tijd. Met hun geëxalteerde voordrachten en hun door drank en drugs overgoten kunst propageren ze volledige vrijheid. Wat heeft dit vrijheidsstreven betekend voor hun kinderen?

In de onthullende documentaire Alleen in de wereld volgt filmmaakster Denise Janzée, dochter van actrice Willeke van Ammelrooy, drie kinderen van bekende kunstenaars: Alex Vinkenoog, zoon van dichter/kunstenaar Simon Vinkenoog; Marcus Muzea, stiefzoon van de bekende Rotterdamse dichter Cor Vaandrager en Sandrien van Brakel, dochter van filmregisseusse Nouchka van Brakel. Hun ouders vochten tegen de burgerlijke moraal van de jaren vijftig. Ze waren bezig met politieke strijd, vrije liefde, drugsexperimenten en met kunstuitingen. Hun kinderen moesten het vaak zelf maar uitzoeken. Die kinderen, inmiddels volwassenen van in de veertig en zelf ouders, analyseren op indrukwekkende wijze de invloed van deze ‘vrije’ opvoeding op hun leven.

Marcus Muzea, stiefzoon van Cor Vaandrager en opgegroeid met het uitzinnig drugsgebruik van zijn stiefvader, verliest zijn pokerface als hij vertelt over zijn broertje die deze opvoeding niet heeft overleefd. Hangend aan een torenhoge flat, vertelt Marcus dat hij alleen rustig wordt als de adrenaline door zijn lijf giert. Sandrien van Brakel is vanuit de stad verhuisd naar het uiterste puntje van Nederland: Oost-Groningen, ver weg van plaatsen uit haar jeugd. Ze probeert haar zoon daar een gelukkige jeugd te geven. Rust en aandacht, iets dat ze zelf niet heeft gehad.

Alex Vinkenoog heeft voorzichtige kritiek op het gebrek aan aandacht van zijn vader in zijn jeugd, maar durft dat in gesprekken met zijn dominante stiefmoeders nog nauwelijks te uiten. Hij helpt loyaal mee met het inrichten van een overzichtstentoonstelling van zijn vader Simon.

NCRV Dokument Alleen in de wereld is geregisseerd door Denise Janzée en geproduceerd door Recht zo die gaat producties. De documentaire is tot stand gekomen met steun van het Mediafonds.

***  http://www.hebikietsgemist.nl/aflevering/127436/nederland-2/ncrv-dokument/aflevering-van-maandag-19-november-2012.html

zondag 18 november 2012

zijn wij er al?

waar zij haar schreden zet
is niet bekend
wat haar beweegredenen zijn
evenmin

zijn we er al?
wordt haar gevraagd
nooit heeft zij geweten
waarheen die weg zal leiden

als vreemdeling in ambitie
heeft zij
nimmer doelen gesteld
of illusies gekoesterd


vandaag voorgedragen bij Eijlders

vrijdag 9 november 2012

De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween

auteur: Jonas Jonasson

van de cover:
... Allan wordt 100 en dat wordt groots gevierd in het bejaardentehuis, behalve dan dat de jarige het op zijn heupen krijgt en kort voordat het feest losbarst, vertrekt. De tijd die hem rest kan hij beter besteden, vindt hij en hij klimt uit het raam en verdwijnt. Pers en burgemeester hebben het nakijken.
Allan is een nuchter type dat weinig tot geen angst kent en die verder niet al te lang stilstaat bij zijn beslissingen, maar ad hoc handelt en het avontuur op zijn hoogbejaarde leeftijd niet schuwt. Met alle gevolgen van dien. De vaart houdt hij er in elk geval in, want vanaf het moment dat hij het bejaardentehuis verlaat, wordt De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween een soort roadtrip waarbij de lezer de memorabele avonturen van de 100-jarige meemaakt – zo let hij even op een koffer voor iemand die maar niet terugkomt en dus gaat de koffer mee de bus in, maar er blijkt enorm veel (maffia)geld in te zitten, hetgeen woeste achtervolgingen tot gevolg heeft -, ook verzamelt Allan een bonte club figuren om zich heen in een zwaan-kleef-aaneffect. Tegelijkertijd passeren de memorabele momenten uit zijn leven én die van de twintigste-eeuwse geschiedenis de revue, met Allan als wel heel bijzonder gezelschap...

***

Met grote grijns heb ik vanaf het begin tot het einde dit boek gelezen.

Wanneer Allan op zijn pantoffels het door hem zo gehate bejaardentehuis ontvlucht -zijn dagelijks geliefde brandewijntje is hem ook al ontnomen- en op het busstation door een lompe jongeman wordt aangesproken om even op een koffer te passen wegens een bezoek aan het toilet, neemt Allan, als zijn bus op punt van vertrekken staat en de jongen maar niet terug komt, de koffer mee. Niet wetende dat deze gevuld is met vijftig miljoen Zweedse kronen.
De hoofdstukken over de bizarre vlucht en lotgevallen van Allan worden afgewisseld met flashbacks en avonturen over zijn vroegere leven. Als springstofexpert reisde Allan de wereld rond en ontmoette allerlei machthebbers zoals Franco, Truman, Stalin, Mao Zedong en andere belangrijke figuren uit de geschiedenis. Zowel ongeloofwaardig als absurd.

Om een beeld te krijgen van het hilarische en wonderbaarlijke verhaal, met luisterrijk zwarte humor doorspekt, volgen hieronder enige cursieve quotes.

Wanneer Allan onderdak heeft gevraagd en gekregen bij Julius, een dubieus figuur die in een vervallen stationsgebouw woont, en de twee prettig en royaal hebben ingenomen, zich tegoed hebben gedaan aan een elandenbiefstuk weggespoeld met bier en bij wijze van toetje nog een borrel zullen nemen, verdwijnt Allan even naar het toilet. Dan hoort hij voetstappen en vreest dat het zijn (criminele) achtervolger is en ja hoor, hij herkent de stem van de razende jongen die tegen zijn nieuwe vriend, onder bedreiging, brult dat hij moet vertellen waar 'die andere klote bejaarde' is:
... Allan inventariseerde de hal op zoek naar een geschikt wapen. Tussen de rotzooi lagen een koevoet, een plank, een bus insectenspray en een pak rattengif. Allan overwoog eerst het rattengif te nemen, maar hij had geen idee hoe hij een of twee eetlepels bij de jongen naar binnen moest krijgen. De koevoet was te zwaar voor de honderdjarige en de insectenspray... Nee, het moest de plank worden.
Allan pakte zijn wapen stevig beet en was met vier voor zijn leeftijd sensationeel snelle stappen bij zijn toekomstige slachtoffer.
De jongeman voelde waarschijnlijk dat Allan achter hem stond, want op het moment dat deze mikte, liet hij Julius los en draaide zich om.
Hij kreeg de plank vol tegen zijn voorhoofd en staarde nog even naar Allan voordat hij achteroverviel en met zijn hoofd tegen de rand van de tafel sloeg.
Geen bloed, geen gekreun, niets. Hij lag daar gewoon met gesloten ogen.
'Goed geraakt,' zei Julius.
'Dank je,' zei Allan. 'Waar is het toetje dat je had beloofd?'... (pag. 25)

Dan slepen ze hem naar een geïsoleerde vrieskast waarin gestroopte en in stukken gesneden elanden wordt bewaard. De vrieskast staat niet aan omdat er geen vlees in zit:
... Allan controleerde de vrieskast en vond dat het een uitstekende gevangenis zonder nodeloos comfort was. Hij was twee bij drie meter, wat misschien iets meer was dan de jongeman verdiende, maar aan de andere kant was er geen reden om mensen onnodig te kwellen... (pag. 26)

Ze doen de deur van de vrieskast op slot en na afgesproken te hebben dat ze de inhoud van de koffer, denkende dat het kleding is, eerlijk samen zullen delen wordt deze geopend en ontdekken ze dat ze miljonair zijn geworden.
Dan komt de jongeman bij, gaat schreeuwen en maakt een hoop kabaal. Uiteindelijk vindt Allan dat het tijd wordt om de vriezer aan te zetten zodat de jongeman een beetje kan afkoelen.
De volgende ochtend bij het ontbijt heeft Julius goed en slecht nieuws:
... 'Het slechte nieuws is dat we gisteren iets teveel gedronken hebben en daarom vergeten zijn de vriezer uit te zetten.'
'En?' vroeg Allan.
'En... degene die daarin zit is nu tamelijk dood.'
Allan krabde zich bezorgd in zijn nek voordat hij besloot dat hij zijn dag niet liet verpesten door zo'n slordigheid.
'Dat is erg,' zei hij. 'Maar ik moet zeggen dat je eitjes perfect gelukt zijn, niet te hard en niet te zacht.'... (pag. 44)

Dan besluit het tweetal te vertrekken voordat de plaatselijke politie en de gangsters voor de deur staan. Allan trekt de -te grote schoenen- van de jongen aan maar alles beter dan een paar versleten pantoffels, ze laten de jongen van de trap af rollen en ze vertrekken met een lorrie:
... 'Model 1954' zei hij. 'Stap maar op.'
Julius, die helemaal vooraan zat, trapte. Allan zat recht achter hem en liet zijn benen meegaan met de trappers, en het lijk zat op de zitplaats rechts, met een donkere zonnebril voor zijn starende ogen en de steel van een bezem onder zijn hoofd om het omhoog te houden... (pag. 48/49)

Later weet een boer de politie te vertellen dat hij een bekende kruimeldief (Julius) uit de streek een uur geleden op een lorrie over de gesloten spoorlijn zag rijden:
... Op de lorrie bevonden zich bovendien een oude man, een grote koffer en een jongeman met een zonnebril. De jongeman leek volens boer T het bevel te voeren, hoewel hij geen schoenen droeg... (pag. 54)

Omdat ik geregeld hardop in de lach schoot zou ik de lezer dezes mee willen nemen in het verhaal en een tijdje citerend door willen gaan.
Laat mij echter volstaan met: geen hoogstaande literatuur maar wel een goed boek, lees het zelf, een heuse aanrader!

Jonas Jonasson
De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween
vertaald uit het Zweeds door: Corry de Bree
uitgeverij: Signatuur, 2011

donderdag 1 november 2012

Dealey Plaza 's-Gravenhage

auteur: Jos de Gruyter

In het leven van Maas Minderman zit nooit eens iets mee. Hij is en blijft een sukkel. Dat vindt hijzelf op de eerste plaats.

Zoals op de cover vermeld:
... een beklemmend maar ook hilarisch verhaal over zinloosheid, waarheid en beleving en de manier waarop mensen elkaar uit kwaadaardigheid en dommigheid beschuldigen, gebruiken en laten vallen...

***

Maas Minderman komt ter wereld in 1951 maar eerst krijgt de lezer een inkijk in de voorgeschiedenis.
Wanneer moeder Commerina Maasland haar man Rinus vertelt dat ze naar alle waarschijnlijkheid zwanger is, schampert hij: Denk je dat je op jouw leeftijd nog zwanger kan worden? Je bent oud mens. Je loopt tegen de vijftig.
Eenmaal een feit voelt zij de zwangerschap als het resultaat van een verkrachting.

Het verhaal ga ik niet vertellen maar enige amusante passages zal ik citeren:

In de achterkamer keek een grauwwit gipsen beeld op een sokkel aan de muur minzaam op de bewoners neer. Het was de fors uitgevallen beeltenis van een devoot zegenend Christusfiguur: het Heilig Hartbeeld, een onmisbaar stijlelement in een door katholieken bewoonde woning. Op een winterse zaterdagmiddag had Rinus met aandoenlijke ijver een aansluiting in de sokkel geknutseld voor een elektrisch kaarsje dat dag en nacht brandde. Het beeld was een keer onfortuinlijk gevallen toen Commerina erachter willen stoffen met haar plumeau. Twee zegenende vingers waren afgebroken en Rinus had ze onbarmhartig vloekend over Commerina's onvoorzichtigheid met sneldrogende stopverf hersteld. Bij de reparatiewerkzaamheden was de kromming van de wijsvinger prominenter uitgevallen dan die van de middelvinger en aangezien de ringvinger en de pink van de Heer al bij aanschaf in een sterke kromming naar de handpalm waren geboetseerd, gaf het beeld zijn schare na de restauratie permanent de digitus impudicus. Maar in die jaren werd daaraan geen aanstoot genomen, want de betekenis van deze vorm van nonverbale communicatie was niet wijdverbreid en had zeker huize Minderman niet bereikt...  pag. 20


Het was bijna half twee toen ze, een beetje draaierig in haar hooggesloten pyjama, het echtelijk bed betrad. Rinus zou nu wel slapen en ze peinsde er niet over hem wakker te maken. Hij zou haar afbekken en zijn adem zou stinken naar rottende kiezen, verkoudheid, alcohol en tabak. Ze kokhalsde bij de gedachte. Behoedzaam gleed ze onder de dekens, legde haar gebit in het glas met water op het nachtkastje, deed haar bril af en sloot haar ogen. Ze was bekaf.
Voor het verhaal is het niet relevant nauwkeurig te beschrijven wat er vervolgens gebeurde. 'Het leven doorgeven', zou een te zinnenprikkelende definiëring zijn. Het onwennig gefriemel van twee mensen die elkaars aanwezigheid als ongewenst doch onontkoombaar beschouwen, maar in een alcoholische schemertoestand elkaar betasten en tot iets komen dat in formele zin als coïtus moet worden gekarakteriseerd, kan nauwelijks in mooie bewoordingen worden omschreven. Uitgezakte bleke lijven die onhandig langs elkaar wrijven, gezichten die elkaar niet zoeken maar nadrukkelijk ontwijken: het is geen mooi beeld. Vergeet het, maar onthoud de kern: wat begon met een bits ''wat dóe je'', overging in een afgemeten "Rinus, láát dat!" en eindigde in een venijnig "klaar?" bleek achteraf de treurige conceptie van Maas. Ongewild, onbedoeld, ongewenst, onverwacht. Ongevraagd ook. De voorbode van een liefdeloos en kommervol bestaan... pag 31/32

De jeugd van Maas schetst een duidelijk en herkenbaar jaren vijftig/zestig beeld. Zijn liefdeloze ouders geven hem een permanent mislukt gevoel. Vol zelfbeklag en zieligheid leidt -liever gezegd leidt met een lange ij- hij het leven. De hele wereld heeft de pik op hem. Door iedereen wordt hij vals beschuldigd. Hij doet het nooit goed en na een opsomming van al het onrecht dat hem is aangedaan, lezen we:
... Alles liever dan jou, want ze motten je niet. Je ouders wilden je niet. Het leger wilde je niet. De provincie wilde je niet. De overheid wilde je niet. Het pensioenfonds mot je niet. Het systeem mot je niet. Niemand mot je! Ze motten me niet!... pag. 189

Jos de Gruyter 
Dealey Plaza 's-Gravenhage
Uitgeverij PMA, 2012