donderdag 27 november 2008

wederom een skelet toegevoegd


Was ik vorige week nog zo blij met mijn doodskoppenhemd, afgelopen dinsdagavond werd ik verrast met een gedeelte van een skelet.
In herhaling hoef ik niet te vallen over mijn passie voor de vergankelijkheid. Deze heeft in mijn column van vorige week alweer een schedel erbij rijkelijk aandacht gehad.
Een van mijn mede bridgegenoten was opgevallen dat ik een zwak heb voor het geraamte, mede door het dragen van het shirt met schedel. Zij vertelde lerares biologie te zijn op een middelbare school en had een skelet voor mij in de aanbieding. Het stond daar geruime tijd doelloos in een lokaal en functioneerde min of meer als sta in de weg.
Natuurlijk had ik er vreselijk oren naar en mocht de schoonheid weldra aanschouwen. Een pracht van een torso. Juweeltjes van ribben die de kast vormen om hart en longen te beschermen. De ribben staan paarsgewijs, vanuit de ruggengraat zijn er twaalf die in het borstbeen bijeenkomen. Daaronder nog een paar zwevende. Geen wonder dat Adam een rib uit zijn lijf werd weggenomen om de vrouw geboren te laten worden.
Verder vertoont zich mij een wervelkolom waaraan nog geen greintje osteoporose te zien is.
Helaas zijn de ledematen spoorloos en heeft er tevens een ontschedeling plaatsgevonden.
Na nog even mijn compendium erop nageslagen te hebben, kan ik volmondig bevestigen dat verder alles volkomen anatomisch correct is.
De ruggengraat bestaat uit vijfentwintig wervels die bovenop elkaar staan, waarvan zeven nekwervels. De bovenste wordt de atlas genoemd. Deze ondersteunt de schedel. Het onderste deel heet de stuit of het staartbeen.
De stuit bestaat uit doorgaans vier samengegroeide wervels en is aan het heiligbeen bevestigd. Eigenlijk bedoeld ter ondersteuning van de staart maar volgens de evolutietheorie is deze functie allang verloren gegaan.
Om er dan maar een stukje esoterie aan toe te voegen: Aan de basis van de ruggengraat in de stuit heeft elk mens een sterke, maar slapende kracht van energie. Deze bron is bekend als het perineum of muladhara chakra, vanwaar drie subtiele kanalen, de nadis, omhoog stromen door de ruggengraat om daarna de hersenen te bereiken. De middelste nadi heet sushumna en aan beide kanten hiervan bevinden zich ida en pingala. Op vijf andere punten van hoog geconcentreerde energie komen ze samen bij de wervelkolom en verdelen dan opnieuw in drie kanalen terwijl ze verder rijzen. De sushumna verspreidt de energie alle richtingen op als een straling van statische energie. Deze wordt verder vervoerd door de meridianen.
De spirituele kracht in de mens noemt men kundalini of het slangenvuur, dat de opgerolde betekent.
Bij ontwikkeling komt de oerenergie vrij en stijgt langs de wervelkolom omhoog. Deze energie kan door vele kanalen uitstromen in de aura. Dit energielichaam is niet zichtbaar, dus niet van stoffelijke aard.
Omdat de slang haar huid afwerpt als ze eruit gegroeid is, is ze ook een symbool van dood en wedergeboorte.
Dit concept is nauw verbonden met de alchemisten en hun symbolische transformatie van lood in goud. Als doel kan men met het verstrijken der tijd hogere wijsheid verwerven.

zaterdag 22 november 2008

de rokende doodskop

Zo langzamerhand weet iedereen wel die mij kent, dat ik een liefhebber ben van vergankelijkheid. De herfst is een door mij zeer gewaardeerd jaargetijde, vanwege het verval. Daar waar anderen depressief raken, word ik juist beschouwend en geeft het mij een overmaat aan inspiratie. Niet slechts vanwege de stormen, buien en vlagen maar vooral omdat de naderende dood -winter- zich in al haar schoonheid manifesteert. Het verkleuren en vallen der bladeren, de langzaam wordende kaalheid, het inkrimpen en afsterven. Buitengewoon boeiend om dat jaarlijks te mogen aanschouwen.
Opvallend is dat de meest ingrijpende gebeurtenissen in mijn leven zich hebben afgespeeld in de herfst, zowel de hoogte- als dieptepunten. Van verliefdheid, prille liefdes en vernieuwing tot scheiding en verlies.
Vandaar waarschijnlijk mijn fascinatie voor de dood, die inherent is aan het leven. Doodsangst zie ik dan ook als angst voor het leven.
Graag ben ik me bewust van mijn toekomst, wend me er niet voor af maar zie haar graag speels in de ogen.
Aangenaam verrast ben ik als mij op mijn wekelijks bridgeavondje door een van mijn bridgegenoten een pakje wordt aangereikt.
Es, voor jou, zegt Wiske met een ondeugende blik in haar ogen.
Nieuwsgierig ontwikkel ik het pakje en tot mijn grote blijdschap openbaart zich een shirt met aan de voorkant een schedel als opdruk. Aan de achterkant twee keurig in het pak zittende skeletten met rokende doodskoppen en een hoed op hun hoofd, Black Label Society genoemd naar de gelijknamige heavy metal band. Inmiddels uit elkaar, speelden ze blues rock, messcherpe gitaarsolo's afgewisseld met indrukwekkende ballades.
Wel eerst wassen hoor, adviseert ze me.
Wiske kennende zit er een verhaal aan vast en ze vertelt me dat een van haar leerlingen op het regionaal opleidingscentrum dit shirt aanhad.
Wil ik van je kopen, zei ze tegen hem.
Mag je hebben, riposteerde hij en trok ter plekke het shirt uit.
Ben ik even blij.
Mijn collectie skeletten en doodskoppen groeit met de dag.

zondag 16 november 2008

Zuidelijke Wandelweg

In de bibliotheek kwam ik onlangs, toevallig, het boek Zuidelijke Wandelweg van Paul Gellings tegen.
Hierin schrijft hij over de buurt waar hij is geboren: zijn jeugd in Amsterdam-Zuid.

Inhoudsbeschrijving:
Net als in zijn veel geprezen roman Witte Paarden toont Paul Gellings zich in Zuidelijke Wandelweg weer een meester van de herinnering. In zijn nieuwe roman neemt hij de lezer mee naar het Amsterdam-Zuid van zijn jeugd, de buurt waar Anne Frank woonde, tien jaar voor hij daar zelf werd geboren, en waar nog steeds een geur van angst en collaboratie hangt. Aan één figuur heeft de verteller van de geschiedenis een bijzondere herinnering, Leonard Grûnewald. Er zijn destijds dingen met Leonard gebeurd die de hoofdpersoon nog altijd niet kan begrijpen en waarover hij met zichzelf in het reine wil komen.
uitgeverij: de Geus

Aangezien ik in Amsterdam-Zuid geboren en getogen ben, raakte ik zeer geïnteresseerd. In een adem heb ik het boek uitgelezen. Voelbaar is de sfeer uit die periode. Zeer herkenbaar, knap beschreven, maar ook boeiend en aangrijpend.
Tijdens het lezen was ik weer terug in de tijd en ben met de schrijver meegelopen door de voor mij o zo bekende straten in de rivierenbuurt.

Op zijn website: www.zuidelijkewandelweg.nl/archief/ingezonden/153.htm kun je je eigen ervaringen over Zuid beschrijven. Hij publiceerde daar twee van mijn verhalen.
memoires der vijftiger jaren
dilemma's
Amsterdam

donderdag 13 november 2008

Fries de Vries

Gisteren vernam ik dat Fries de Vries is overleden. Een gedreven dichter, die prachtige sonnetten schreef en publiceerde onder zijn pseudoniem Blauwe Druif.
Als eerbetoon aan hem publiceer ik enige van zijn recent geschreven gedichten.


HET GAT VAN NEDERLAND sonnet
godin Begeerte, slijmpoliep in de klasse
kommerkwallen, zwelgt in bloed en zeerte
nabij het Hollands Diep, kraakt ons bankgeheim
mengt arsenicum met thijm, bewaakt in het geniep
de groene drakenstallen, verleidt tot gulzig
kopen op krediet, grift twijfel in de ziel, jaagt
ons stuipen op het lijf tot verdriet van allen
Begeerte heeft ons aangeraakt, het puntje van de
tong, het neusje van de zalm, ze kruipt in man
en wijf, stookt ze op in rook en walm, vloekt ze
lijp, doet ze zuipen, kroelen, kuipen in kroeg en knijp
Begeerte is vannacht bevallen aan een top
bankier met ballen, durfkapitaal staat pal en
kiest als onderpand het Gat van Nederland
amsterdam, 28 oktober 2008


IN OPLEIDING VOOR SCHELDKANON
sonnet
Gouden Eeuw – gebed
Goede God, leer mij uitzinnig schimpen leer
mij schompig schelden op de Staat, gun mij
de tintelende termen die de rijkdom krimpen
laat, smeed voor mij het apparaat dat
elites trillen doet op maat, ik schaaf en
schuur mijn argumenten, de Kerk verbergt
haar centen: gestolen rente en legaat
de geuzen waken op de schepen, zij laken
schuld en schande op de beurs, sturen
branders naar de kusten, op hun hoede voor
malheurs, door toeleg van de staatsgezinden
- de wet verzet, de Prins gepakt komt Oranje
voor de vierschaar: de rechtvaardigheid gered,
Goede God, behoed de waarde van het scheldsonnet
amsterdam, 23 oktober 2008

GRUIZEL
sonnet
dag zottekop, dag narrenkap, dag weerwolf
achter glas, wijsneus wil wel weten wie je
in wezen was: een vrome flemer, een gifslang in het gras,
een gladde vleier van het
binnenvetter – ras, een klerelijer met
een aktetas, een vrouwenvrijer met grimas
een godvergeten bal, een zak met rode das
vergaap je aan je fijngeknepen lippen
je scheve bek, de bruine stippen in je
stierennek, die verrekte nicotine-
vlek, – waar schuilt dat grammetje gevoel
voor het kind in mij, ik zie mijzelf weer in je
boze oog, gooi je lamme arm omhoog, omhels
me, vergeef hoe ik je verachtte en bedroog

amsterdam, 23 oktober 2008
Blauwe Druif | 23 oktober 2008

koffie verkeerd

Ik ben dol op melk en op alles wat met zuivel te maken heeft. Nu wil het verhaal dat de ideeën hierover ieder jaar weer anders zijn. Vanuit mijn kindertijd kan ik me de traumatische kwartliter flesjes schoolmelk herinneren. Vooral als het warm weer was, werden we onaangenaam verrast met die halflauwe vloeistof. Het bleek belangrijke stoffen te leveren zoals calcium, eiwitten en vitamine D.
Goed voor botten en tanden, werd gezegd.
Melk is goed voor elk, zo luidde de slogan. De reclamespotjes hadden als motto: melk, de witte motor.
Vervolgens kwamen de deskundigen met hun vernietigende oordeel dat het drinken van melk voor (jong)volwassenen ongezond zou zijn. Het zou de kans op hart- en vaatziekten vergroten en voor babies bedoeld zijn.
In tegenstelling tot eerdere tijden zou je er -zo wordt beweerd- juist botontkalking door kunnen krijgen. Het is natuurlijk niet slecht om zelf vinger aan de pols te houden en niet alles klakkeloos aan te nemen.
Yoghurt en karnemelk zouden een aardig alternatief zijn. Deze zijn minder rijk aan verzadigde vetzuren. Zo drink ik iedere dag een glas acidophilusmelk, heerlijk, fris en ligt qua smaak tussen karnemelk en melk in en is tevens goed voor de darmflora.
Van kaas kan ik niet genoeg krijgen. Mijn favoriet is momenteel de Meshanger. Op de zaterdagmarkt -Lindengracht- haal ik eens in de paar weken een paar pond tegelijk en laat het vacuüm trekken om het langer goed te houden. Ook het geitenkaasje is niet te versmaden. Om maar te zwijgen over de franse kazen. Je kunt me er in de nacht, bij wijze van spreken, voor wakker maken.
Koffie zwart hou ik niet van. Wellicht omdat mijn moeder zaliger mij vertelde dat je er een zwarte ziel van krijgt.
Mijn voorkeur ligt bij koffie verkeerd en cappuchino. Des te groter de schuimkraag, des te lekkerder. Met een mini mixertje van Blokker klop ik de melk op.
Dat wil zeggen...
Biologische melk heeft mijn voorkeur. In het verleden ging dat opschuimen uitstekend. Nu valt me de laatste tijd op dat ik diverse keren naar een pak melk grijp waar -na verhitting en opkloppen- geen enkele schuimvorming plaatsvindt. Hooguit worden er wat bellen geblazen in het pannetje. Tot grote ergernis blijft de melk slap en lijkt koffie verkeerd echt verkeerd. Uitsluitend verwarmen is ook geen optie want mij staat het gruwelbeeld van vroeger voor de geest: vellen in de koffie.
Mijn vraag aan een ieder die dit leest: is dat herkenbaar?

vrijdag 7 november 2008

de parvenu en zijn parool


Bij de supermarkt staat een uiterst aimabele jongeman voor de deur. Hij probeert de voorbijgangers een abonnement op Het Parool aan te smeren. Nu schreef ik al eerder dit jaar een column over wat ik vind van genoemd dagblad. Zelfs het antwoord van mijn papegaai was destijds duidelijk: verscheurend slecht
Daar kan de krantenventer echter niks aan doen. Met een charmante glimlach biedt hij mij het dagblad aan. Ik wijs hem erop dat deze van gisteren is, een veel voorkomend fenomeen, mij inmiddels bekend bij andere listige verkooppraatjes.
We komen in gesprek en ik zeg hem op voorhand dat ik niet geïnteresseerd ben in een abonnement en ook niet in de krant van gisteren.
Verontschuldigend neemt hij hem terug. Met ogenschijnlijk serieuze interesse wil hij weten waarom ik afgeknapt ben op Het Parool.
Hij vraagt mij of ik een andere krant lees. Hoewel niet gelovig, trekt mij de Trouw. Vooral de zaterdageditie en met name de diepgang: Letter & Geest over boeken en de Verdieping over religie & filosofie.
Natuurlijk ben ik mans genoeg om een punt achter ons gesprek te zetten maar de jongeman kijkt me stralend aan en weet al vragend en vertellend van geen ophouden. Hij zou als journalist geen gek figuur slaan en als interviewer een fraaie toekomst in petto hebben.
Ik begin er ook duidelijk lol in te krijgen en hij vertelt op openhartige wijze wat hij van de wereld en het leven vindt.
Met een royaal gebaar overhandigt hij mij een coupon voor de zaterdagkrant. Dat vind ik een aardige geste en met een handdruk nemen we hartelijk afscheid.
Afgelopen zaterdag koop ik de Trouw en tover im passant m'n coupon tevoorschijn. Het Parool, nu toch gratis, zal ik even tussen neus en lippen doorbladeren.
Wie schetst mijn verbazing als de winkelier mij vertelt dat deze coupon niet geldig is omdat de streepjescode ontbreekt die op de andere helft van de coupon had horen te zitten om de krant te kunnen scannen.
Teleurgesteld keer ik op mijn schreden huiswaarts. Niet omdat ik geen Parool heb maar me enigzins belazerd voel door die ongelooflijk sympathieke jongeman met zijn mooie praatjes.

donderdag 6 november 2008

Anemie


Vorige maand stond er in de krant.  
Aanbieding: onze ouderwetse bloedworst, recept uit grootmoeders tijd bij slagerij La Viande

Mijn bloedhond Anemie kijkt me kwijlend aan. Sinds ik haar heb leren lezen moest ik een abonnement op de Trouw nemen.
Geen schepsel op aarde is zo intelligent, aanhankelijk en eerlijk als een hond, blaft ze me dagelijks toe. 
De Trouw is een paradijsblad voor dieren, een lui- en lekkerland. 
Een hele pagina is gewijd aan Dieren en hun benodigdheden.
Uren kan Anemie turen op deze bladzijde: Alles voor de huisvesting, verzorging en voeding van uw hond.
Bij het woord voeding loopt het water haar in de bek. Ze denkt dan aan haar dagelijkse portie rauwe pens. Vooral de penetrante geur brengt haar in extase.
Dierenasielen. Ze moet er niet aan denken.
Dierenwinkels, gespecialiseerd in frettenbenodigdheden en chinchilla’s. Dat vindt ze maar niks.
Dierenartsen en -klinieken. In geval van nood.
Dierenbescherming. In bijzondere omstandigheden zoals bijvoorbeeld zinloos geweld.
Dieren-fysiotherapeuten en -psychologen. Een filosofisch geblaf met de hondenfluisteraar is nooit weg.
Dierengroothandel. Hier moet ze erg kwispelen, dat gaat vanzelf, behalve bij alle africhtingsmaterialen.
Dierenhulp. Je kan maar niet weten.
Dierenpensions. Voor het geval dat.
Dierenbegraafplaatsen en crematoria de Eeuwige Jachtvelden. Lijkt haar wel wat te zijner tijd. 
Kan ze oneindig dromen van fretten- en chinchillaworst.
Bij de alinea Dierentuin gaan haar haren recht overeind staan en snuift ze verachtelijk. 
Tijdens ons laatste bezoek aan Artis heeft ze een serieus gesprek gevoerd met een wolf op leeftijd die achter een ijzeren hek zat. Anemie was daarna boos en verdrietig. Ademloos heeft ze geluisterd naar haar verre neef. Hij sprak met haar over zijn jarenlange gevangenis. Ze trok haar lip op tijdens de dialoog, gromde wat en leek op een vampier met haar lange ontblote hoektanden. Zelfs haar kluif moest ze niet meer. Een tijd lang heb ik haar niet meer horen blaffen van pure emotie.
Voor Anemie steek ik mijn hand in het vuur. Goudeerlijk is ze, behalve die ene keer bij La Viande.
In een vlaag van verstandsverbijstering had ze een worst gestolen.
Niet omdat ik thuis niets te eten krijg, haastte ze zich mij toe te brommen naderhand, maar hij lag daar te pronken en uit te wasemen in de etalage.
Ze kon eenvoudigweg de verleiding niet weerstaan. Het was slechts een sprong en maken dat je weg komt.
Jan Speksnijder, de eigenaar van de zaak, had haar tot aan de hoek van de straat met een slagersmes achterna gezeten onder luid gekrijs: Onbetrouwbare rot hond, dit is de vierde keer dat je mijn worst steelt, ik maak nog eens gehakt van jou.
Die dag zat ik heerlijk van mijn wijn te genieten toen Anemie binnen kwam galopperen. De resten bloedworst kleefden aan haar bek en snorharen.
Die Speksnijder zoekt spijkers op laag water en maakt van een mug een olifant, kefte ze obstinaat. Ik ben nog eerlijker dan de Dierenleenbank en heb slechts één keer de weelde van de worst niet kunnen weerstaan. Hij noemt mij een dief en zegt dat ik vier keer heb gestolen en dat is niet waar.
Ze zag er bleek van. Ze heeft een hoge tol moeten betalen. 
Onze dagelijkse wandel is nu niet meer langs La Viande
Anemie heeft een voorlopig straatverbod gekregen.