zondag 30 september 2012

Stromboliweg



Een van de rafelrandjes, het westelijk havengebied van Amsterdam, is een plek waar ik graag kom. Deze landtong in het Noordzeekanaal waar -hoe lang nog?- oude woonboten liggen, is bevolkt door een handjevol kunstenaars, krakers en randfiguren. Doodlopend op het einde hiervan staat een tafeltje met bankje opgericht door krakersbeweging Jeremiah Day.
Aan dit tafeltje drink ik graag in alle stilte de meegenomen Westmalle tripel.
Omdat het vrij afgelegen ligt ademt het vooral op zondag, wanneer er geen industrie is, een enigszins louche sfeer uit. Daar hou ik van.

Nabij ligt het ADM-terrein, de vroegere scheepswerf van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij gekraakt in 1987, een grote vrijplaats waar vele experimenten, culturele projecten en performances plaatsvinden en jaarlijks het grote Robodock festival geschiedt.




woensdag 19 september 2012

zondag 9 september 2012

Wish You Were Here

vannacht bedacht ik nog een nummer om 
 te completeren




vrijdag 7 september 2012

geur des doods


Met het stijgen der jaren worden enige van mijn zintuiglijke functies wat minder. Het gehoor lijdt aan een familiaire doofheid. De middentonen kan ik slecht verstaan, een hoorapparaat stel ik nog even uit maar is niet onwaarschijnlijk op korte termijn.
Ook valt me op dat de leesbril niet meer los te zien is van mij. De letters worden onscherp.
De gevoelswaarneming middels de tastzin is er beter op geworden. Smaak heeft zich door de jaren heen verfijnd, aangezien ik nauwkeurig en selectief proef. Mijn reuk is analoog aan een speurhond, schijnt niet te willen verouderen en het zesde zintuig, de intuïtie, heeft zich in de loop van het leven sterk ontwikkeld.
Die reuk kan weleens tot excessen leiden.
De laatste twee dagen word ik overvallen door een smerige geur bij het betreden van de huiskamer. Naarmate de uren verstrijken wordt deze geur een stank, zo penetrant dat het niet meer mijn neus wil verlaten en de echo hiervan, ook buitenshuis, blijft hangen. Ik verdenk een dooie muis van deze lijklucht.
Al maanden lang heb ik last van muizen.
Thor en Henkie (alias Sjako) zijn nog zo gewaarschuwd dat zij geen huisdieren mogen houden, maar tevergeefs. In de nacht- en avonduren houden ze hen graag gezelschap. Er valt altijd wel een verloren zaadje te vinden en ze lopen gewoon over de zitstok. Ze voelen zich hier thuis, want schrikken doen ze niet meer. Soms schieten ze weg als ik van me laat horen maar komen twee minuten later weer terug.
Zoals eerder gezegd heb ik een hekel aan gif of een dodelijke muizenklem maar vang ze wel geregeld met een diervriendelijke val. De muis blijft leven en wordt een eind van huis weer vrijgelaten.
Allereerst maar eens zoeken naar de stank-boosdoener onder de penantkast.
In de lade liggen vele muizenkeutels en aangevreten papier. Ook hier en daar wat wolletjes. Ze hebben er duidelijk een nestje gemaakt maar verder geen muis te bekennen. Even verderop staat naast de beul van de houtkachel een als blokkendoos opgestapelde houtbult voor de komende winter.
Vanmorgen werd ik doodmoe wakker. In mijn droom heb ik de bult hout van ongeveer twee meter breed en een meter hoog lopen versjouwen op zoek naar het lijk. Verder onderzoek is noodzakelijk. Op mijn buik liggend snuffel ik centimeter voor centimeter de houtstapel af.
Tot grote opluchting ruik ik slechts hout en geen lijklucht. Naast de kachel staat een rariteitenkabinet. De geur wordt allengs sterker. Ja hier zal het zijn. Ik pak mijn zaklamp en zie daar tot grote vreugd en walging een grijs monstertje liggen in staat van ontbinding. Het is opa muis, de grootste en brutaalste, door mij Japie genoemd de laatste maanden.
Hij heeft een pracht van een begraafplaats uitgezocht en ligt met zijn kop naast een verdroogd rood roosje in een met aarde opgedekte bruine bloempot, naast een kattenkop en een in Ierland gevonden schapenschedel met mijn leesbril op. Een waterpijp met slang en een dennenappel versieren het geheel.

Japie, toen je je laatste uur voelde aankomen, heb je je afgezonderd. Een mysterieuze plek heb je uitgezocht om te sterven. Je bent een huismuis naar mijn hart.

maandag 3 september 2012

muis in huis

Huisdieren zoek ik graag zelf uit, als ik ze al zou willen.
Het muizenaanbod is de laatste tijd niet te verteren maar ik heb een hekel aan klemmen. Vooral wanneer een muis niet op slag dood is en met verbrijzelde poot in zo'n val komt te zitten.
Gif zie ik ook niet zitten.
De muisvriendelijke val is een uitvinding. Het diertje loopt er argeloos in op het lokaas af en de deur sluit zich achter hem. Vervolgens mag hij een eindje met me mee uit rijden om niet minder dan twee kilometer van mijn huis af uitgelaten te worden in een gezellig plantsoentje.
Niet dichter bij want de muis schijnt dan, slim als hij is, eerder thuis te zijn dan jij.