zondag 10 juni 2018

aan de bridgetafel

Dat bridgen niet zomaar een kaartspelletje is, weet iedereen en dat het niet alleen door notabelen en theetantes wordt gespeeld is ook inmiddels duidelijk. Bridge is een denk- en geheugentraining en eigenlijk geschikt voor een ieder die z'n grijze hersenmassa wil scherpen. Het bijzondere van bridge is de ontmoeting met vele mensen van divers pluimage. Van professor tot taxichauffeur, van kunstenaar tot kantoorklerk, allen met hetzelfde doel.
Een verhandeling over het bridgen is niet zo interessant voor de niet-bridger, graag zou ik het willen hebben over het gedrag aan de bridgetafel.
Bridgen doe je samen met een partner. Uit ervaring kan ik alvast zeggen dat het niet aan te raden is je eigen man/vrouw, vriend/vriendin als bridgepartner uit te kiezen. Menig huwelijk heb ik zien stranden of op een echtscheiding uitlopen. Men permitteert zich doorgaans binnen de huwelijks- of vriendschapseigenheid een vitten en verwijten waar de respectievelijke gade niet goed van wordt en vice versa met als gevolg twee chagrijnige kijvende koppen aan tafel.
Het bridgen zelf bestaat uit twee delen: het bieden en het spelen.
De clou van het bieden is om goed te kijken en luisteren naar wat je partner en de tegenstanders -in een codetaal- te vertellen hebben. De slechte bieders zijn dan ook diegenen die zich verliezen in een egotrip en uitsluitend oog hebben voor hun eigen hand.
Tussen de bedrijven door vind ik het interessant om ook mijn medebridgers gade te slaan waardoor het nodige mij is opgevallen. Een veelheid aan houding, gedrag en manifestatie. Als de concentratie toeneemt en men verdiept is in het spel heb ik de volgende geluiden en bewegingen waargenomen:  fluiten tussen de tanden, sissen, diep zuchten, roffelen met de vingers op tafel, hijgen, blazen, binnensmonds mompelen, op de stoel verschuiven, rechtop gaan zitten, gesticuleren en al vingerwijzend tellen, briesen, trillen, beven.
Hoewel een pokerface voorwaarde is, is het tegendeel vaak de werkelijkheid. Overeenkomstig het spel lees je doorgaans op de gezichten van menig speler wat ze in hun handen hebben: goede of slechte kaarten.
Er zijn snelle en trage spelers. De wikkers en wegers brengen de bliksemspelers vaak tot wanhoop vanwege hun getreuzel.
Ikzelf verlies mijn concentratie als er te lang wordt nagedacht. Tot slot de stoorzender oeverloos nakaarten, daar zullen we het helemaal maar niet meer over hebben.


cartoon Peter van Straaten