vrijdag 30 mei 2008

i.m. Fran

Vorige week overleed mijn buurvrouw van in de tachtig. 
Haar dochter vroeg mij of ik iets op de begrafenis over haar moeder wilde vertellen.
Gedurende dertig jaar is Fran mijn buurvrouw geweest. Haar tuin grenst aan de mijne en over de heg wisselden we weleens van mening. 
We kwamen zelden bij elkaar over de vloer maar hadden een gentlemens agreement of eigenlijk een damesaccoord: in noodgevallen zouden we een beroep op elkaar kunnen doen.
Hoewel ze geen makkelijke dame was en iemand waar je niet omheen kon, is er nog nooit een onvertogen woord tussen ons gevallen. En dat wil heel wat zeggen in zo'n jarenlange burengeschiedenis.
Over haar leeftijd was Fran vaag maar ze had me wel verteld dat ze Waterman als sterrenbeeld was en daar ging ze dan ook zeer prat op. 
'Jij snapt mij wel, jij bent ook waterman,' zei ze me regelmatig. 
Vooral als het ging over excentriciteit en vrijheid, eigen aan dit zonneteken. Want excentriek was ze. Een karakteristieke verschijning. Parmantig en kordaat liep ze over straat met zwierig gekleurde rokken en zelden blootshoofds. Ze hield van hoedjes. In alle vormen en kleuren. Van alledaagsheid kun je niet spreken.
Fran gaf me de indruk dat ze het eeuwige leven zou hebben, gezien haar vitaliteit en energie. 
Begin jaren negentig van de vorige eeuw overleed haar echtgenoot. Toen brak voor haar pas de werkelijke vrijheid aan. Los van knellende huwelijksbanden ging ze op reis. Vaak naar Engeland zoals ik begreep. 
Ze voelde zich vrouw van de wereld en dat straalde ze ook uit.
Vol verve kon ze praten over de vele rollen die ze had in films en het figureren in reclamefilmpjes. Ze voelde zich daar als een vis in het water.

Fran, vandaag heb ik een roos uit je eigen tuin geplukt waar je zo trots op was. 
Ik blijf me jou herinneren als een levensgenieter. Een markante persoonlijkheid uit het Amsterdamse beeld is verdwenen.

vrijdag 23 mei 2008

dichttalent


Verbazingwekkend dat je op alle fronten en niveaus weer hetzelfde tegenkomt, eigenlijk in de hele wereld, namelijk: machtsstrijd.
Mensen kunnen het niet laten. Zelfs daar waar je in alle spontaniteit en onbevangenheid gelijkgestemden denkt te ontmoeten.
Alweer enige maanden publiceer ik nu en dan een gedicht op Dichttalent. Leuk is het om reacties te krijgen van andere dichters.
Wat me opvalt is dat ook daar de hokjesgeest regeert. Er zijn kliekjes van ons kent ons en lieden die elkaar te pas en te onpas de hand boven het hoofd houden of elkaar afmaken. Taalpuristen die op iedere slak zout leggen, de analytici die gedichten uitsluitend aan het ontleden zijn en de querulanten, de pestkoppen die altijd het laatste woord willen hebben.
Dat gaat vaak gepaard met heen en weer chatten op de pagina van een dichter waar de strekking van het gedicht niet meer wordt besproken maar men alleen op z'n gelijk uit is, vaak met het nodige gescheld en gevloek. Nog dommer vind ik diegenen, de zogenaamde taalkunstenaars, die het allemaal zo goed weten, ze laten zich uit hun tent lokken en gaan erop in om zo hun waardevolle energie te besteden aan dergelijk oeverloos geouwehoer en verlies van decorum.
Dan zijn er nog de pseudo's die zelf geen gedichten publiceren maar wel op alles en iedereen iets te zeggen hebben in het kader van: de beste stuurlui staan aan wal.
Hetzes, strijdtonelen en uit de hand gelopen ruzies spelen zich hier af. De een ettert nog harder dan de ander.
Ik ben graag getuige van een gezonde intelligente polemiek, ga er zelfs niet voor uit de weg, maar dit verslaat alles. Als een stel pubers gaan ze te keer. Aan waardeoordelen geen gebrek. De een weet het nog beter te formuleren dan de ander.
Zeer opvallend is als een groot dichter iets publiceert.
In een mum van tijd stijgt het bezoekersaantal en de gelukkige wordt de hemel ingeprezen en de reet gelikt. Ook al stelt het gedicht in mijn ogen niets voor. Het omgekeerde is evenzo aan de orde: een naar mijn idee stuk prachtpoëzie wordt amper bekeken en de bescheiden dichter krijgt geen aandacht. Ook hier is het de wereld in het klein, die van likken en bijten, machtsstrijd, grote bekken, elkaar de loef afsteken, wie is er nog even iets slimmer dan de ander en hoe maak je iemand een kopje kleiner.

Wat doe je daar dan, zou de lezer logischerwijze kunnen opperen. Omdat er ook nog een aantal integere sympathieke mensen rondlopen die oprecht en opbouwend becommentariëren.
Daarom publiceer ik een gedicht, beluister de vaak waardevolle reacties, kom graag op bezoek bij een paar naar mijn smaak en in mijn lijn liggende goede dichters en verder distantieer ik me.

vrijdag 16 mei 2008

verscheurend slecht


Aan eigen wetenschapper in huis is voorgelegd wat hij van het nieuwe Parool vindt. Het antwoord was duidelijk: verscheurend slecht.
Sinds er een andere redacteur is, is ook voor mij Het Parool einde verhaal. De krant heeft zich de laatste weken ontpopt tot een glossy en glamourblad, met veel meer uiterlijk dan innerlijk, meer kwantiteit dan kwaliteit. Veel reclame, gigafoto’s en koeien van letters vullen het blad. Van het actuele nieuws is weinig te bespeuren.
Zoals zoveel bladen is Het Parool nu grotendeels toegespitst op jong, snel en lekker. Ook de alom oprukkende yup komt in grote mate aan zijn trekken.
Het dagblad schijnt te zijn verworden tot een Libelle door de vele vrouwenartikelen.
Ik mis de oude vertrouwde columnisten die nu ingeruild zijn voor het jonge grut dat doorgaans een diepgang heeft van een platbodem.
Van een kwaliteitskrant is geen sprake meer.
Wil ik het niet eens hebben over het verdwijnen van Heinz.
Nee mevrouw de redactrice, het slaat nergens op. Ik kijk maar eens uit naar iets anders.