woensdag 7 maart 2012

overdracht

Gek werd hij van al zijn patiënten zo langzamerhand. 
Zijn bloeiende praktijk in het centrum van de stad had hem geen windeieren gelegd. G.S.M. Zieltjens was psychiater, voornamelijk bekend als behandelaar van psychosomatische aandoeningen, angsten, fobieën, depressies, relatie- en seksuele problemen. 
Door alle drukte, onrust en verdriet van de laatste jaren schreef hij voor zichzelf zijn eigen medicijnen uit. Inmiddels was hij grootgebruiker geworden: xanax, om de hele dag rustig te blijven en zijn angsten te onderdrukken, prozac tegen z'n depressies en rohypnol om goed te kunnen slapen. Imferon, tevens geschikt als pepmiddel, diende hij zich per injectie toe voor zijn chronische bloedarmoede.
Het was twaalf jaar en zes maanden geleden, hij hield dat nog wekelijks bij op de kalender, dat zijn dierbare vrouw van hem was weggerukt. Op Allerzielen maakte een hartinfarct een einde aan haar leven. Kort daarop overkwam hem de tweede catastrofe. 
Voor zijn intelligente dochter Roos had hij een briljante opleiding in petto. Ooit zou ze zijn praktijk overnemen had hij bedacht. In werkelijkheid liep het geheel anders. Waarom had hij toch niet gezien dat ze stiekem in zijn gifkastje, zijn huisapotheek, scharrelde. 
Het begon met benzo's en werd allengs erger. Van valium ging ze over op opiaten. In zijn eigen huis speelde het drama zich af. Hij, psychiater G.S.M. Zieltjens had niets in de gaten. Hij kon zich wel voor z'n kop slaan achteraf. 
Op zestien jarige leeftijd liep Roos weg. Soms kwam ze thuis om geld te vragen voor haar behoeftes. Vaak waren er kostbare spullen verdwenen als ze haar hielen had gelicht. Menigmaal zag hij haar achter het Centraal Station staan. Eenzaam, bleek, holle ogen. Het drong hem door merg en been, het sneed hem door de ziel, zijn hart brak. Zijn eens zo blozende meid was afgetakeld, een junk, een wrak geworden.
Daar gaat de bel. Mevrouw Sorgdrager is zijn laatste patiënt voor vandaag. Lusteloos loopt Zieltjens naar de deur.
-Neemt u plaats op de divan.
Sandra Sorgdrager lijdt aan het atlassyndroom. Ze heeft het gevoel het leed van de hele wereld op haar schouders te torsen. Aan de ene kant is dat haar tragiek aan de andere kant pronkt ze ermee.
-Dokter, ik heb heerlijke bonbons gekocht, wilt u er eentje?
-Nee dank u.
Zieltjens kauwt verveeld door op z'n kauwgom en neemt plaats naast de divan.
Sorgdrager duikt onmiddellijk in haar slachtofferrol: -dokter, Ik heb me deze week nuttig en doelmatig ingezet, voor familie, vriend en buur.
Zieltjens kijkt haar peinzend aan: haar idealisme heeft zich weer eens op dienstbaarheid gericht
-Mijn nicht Nora vroeg of ik haar kamer wilde witten. Ik heb eergisteren meteen een kwast en latex gekocht en ben aan de slag gegaan. Gisteren ben ik met buurvrouw Boerlaat naar het ziekenhuis gegaan. Zij zou kunstmatig geïnsemineerd worden met het zaad van een onbekende donor.
Ik stond onmiddellijk voor ze klaar om als steun in de rug te fungeren want ze hebben me zo nodig, zeurt ze verder.
Begrijpt ze dan nog niet dat ze zich teveel in dienst stelt voor de goegemeente en daardoor zichzelf vergeet ...
-Voor mijn vriendin Frieda ben ik naar de slager gegaan om een biefstukje te kopen, tante Truus heb ik helpen verhuizen en voor buurman Brugmans heb ik een Panorama meegenomen.
Die laat zich ook voor elk karretje spannen ...
-Overal zet ik me voor in, sloof ik me uit en word ik niet op werkelijke waarde geschat, jammert ze voort.
Snapt ze dan nog steeds niet dat ze haar 'ik' bevestigd wil zien ...
-Ik ben zo dienstbaar en hulpvaardig geweest en ben o zo moe.
Ja-ha, dat is 't nou juist ....
-Mijn positie is ondergeschikt, ik moet me altijd maar conformeren, ik...
Met haar is het water naar de zee dragen ...
-... heb de gehele mensheid zo lief.
Gadverdamme wat een selectief vermogen ...
-Men ziet me niet staan.
Jezus nog an toe ...
Daar gaat ze weer. Huilen, snikken, zoals gewoonlijk. De door ellende geprojecteerde tranen vloeien rijkelijk. Altijd hetzelfde liedje. Week in, week uit.
Hij kan het niet meer aanhoren. Het krassen van zijn pen maakt een eind aan de sessie. Hij schrijft een recept uit: 30 xanax, 30 temazepam en de pil van drion.
-En nu opsodemieteren. Ik wil je nooit meer zien. Ik word stapelgek van jou.
Zo, dat is dat. Hij loopt naar z'n gifkastje en geeft zichzelf een shot morfine. Een heerlijke indolentie trekt door hem heen. Een gelukzalige rust en tegelijkertijd euforisch gevoel maakt zich van hem meester. Er is even helemaal niets meer. Morgen maakt hij een afspraak met de psychiater.
G.S.M. Zieltjens gaat in psychoanalyse.

5 opmerkingen:

  1. Een indrukwekkend verhaal om nog eens goed door te laten dringen, want ik herinner mij...Het heeft zijn sporen nagelaten.
    Zo zitten wel onze problemen in elkaar en van vele anderen. Jammer dat we het niet altijd in de gaten hebben en het bij anderen beter zien dan bij onszelf.
    xxx

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. En dan gaat de psychiater zelf in analyse.


      .

      Verwijderen
  2. Mijn compie is stuk hoor, ik kan geen mails ontvangen. Werk op een piepkleintje.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Soms kan zelfs voor de psychiater de problematiek te zwaar worden ;-))

    BeantwoordenVerwijderen