maandag 24 februari 2014

mogelijkheid van een eiland

Van de cover: Daniel is een succesvolle komiek: met bijtende humor legt hij de pijnlijke plekken van onze tijd bloot en verdient daarmee veel geld. Door zijn status heeft hij de vrouwen bovendien voor het uitkiezen. Toch is hij niet gelukkig, of hooguit tijdelijk. Vele eeuwen later, lang nadat de mensheid is vervangen door een nieuwe intelligent soort, formuleert Daniels kunstmatige nazaat Daniel25 de vraag heel pregnant: valt een volmaakt rimpelloos leven te verkiezen boven een leven met (een paar) hoge toppen en (steeds meer) diepe dalen? De Opperzuster zegt van wel, maar zij vergeet één ding: de mogelijkheid van een eiland.
Met deze roman, zijn vierde en misschien wel meest ambitieuze tot nu toe, trekt Michel Houellebecq de lijn van Elementaire deeltjes en Platform verder door. Nu de moderne westerse samenleving zich gretig lijkt te hebben aangepast aan het wrang-komische beeld dat hij ervan schetste, is het tijd voor de volgende fase: de nietigverklaring van de mens als zodanig. Maar net als Houellebecqs eerdere romans laat Mogelijkheid van een eiland zich ook lezen als een pleidooi voor de liefde.

***
Om indruk te krijgen van de teneur van het boek volgen hieronder enige citaten (cursief).

In de wereld van Houellebecq ontmoeten we een mensdom dat door zijn eigen decadentie, hedonisme en geweld op zijn einde loopt. Het levensverhaal van Daniel, zijn relaties in de liefde, zijn terecht cynische kijk op de wereld en zijn ergernis aan de domme lach van de mens.
 ... wat me tegenstond was de lach, de lach als zodanig, die plotselinge, gewelddadige vervorming van het gelaat, waardoor het gelaat acuut van iedere waardigheid wordt beroofd. Dat de mens lacht, dat hij de enige in het dierenrijk is die die gruwelijke vervorming van het gezicht tentoonspreidt, komt doordat hij ook de enige is die het egoïsme van de dierlijke natuur achter zich heeft gelaten en het helse laatste stadium heeft bereikt: dat van de wreedheid... p. 51

Na de Apocalyps twee millennia later bevolken emotieloze klonen de aarde, zij leven van mineraalzoutcapsules en zitten in steriele afgesloten compounds. Via virtueel contact communiceren ze met elkaar en redeneren over alles wat opgetekend is in de tijd van de mensheid met name door hun eigen voorvader die meende het eeuwig leven te verkrijgen door een reproductie van zichzelf.
...de zee is verdwenen en de herinnering aan de golven. Wij beschikken over geluids- en beelddocumenten; geen daarvan kan ons werkelijk de koppige fascinatie doen navoelen die de mens getuige talloze gedichten vervulde wanneer hij werd geconfronteerd met het ogenschijnlijk repetitieve schouwspel van de oceaan die stuksloeg op het zand. Al evenmin kunnen we de opwinding van de jacht en het achtervolgen van prooidieren begrijpen; en ook de religieuze emotie niet, noch de soort van roerloze, ongerichte razernij die de mens aanduidde met de term mystieke extase... p. 36

De lach is inmiddels uitgestorven evenals de tranen, verlangens zijn verdwenen.
... die twee gevoelens, wreedheid en compassie, hebben vanzelfsprekend weinig betekenis meer in de volstrekte eenzaamheid waarin ons leven zich afspeelt... p 53

Ondertussen zwerven de overlevenden -wilde mensen- rond ergens in het gebied ten noorden van Almería door radioactief besmette puinhopen.
... de overeenkomst tussen onze gezichten - des te frappanter omdat de meeste wilden die hier rondzwerven van Spaanse of Maghrebijnse oorsprong zijn - bewijst voor mij onomstotelijk dat ze ten dode zijn opgeschreven. De menselijke soort zal verdwijnen, moet verdwijnen... p. 59

Ondertussen wordt er door Daniels gekloonde nazaten gefilosofeerd over de domheid van de narcistische homo sapiens en hoe deze door destructie, ontaarding en misdaad zijn eigen ondergang heeft gecreëerd.
... dat onvoorwaardelijke liefde de mogelijkheidsvoorwaarde voor geluk is, wisten de mensen al, in elk geval de wijsten onder hen. Het volledige begrip van het probleem heeft tot op heden geen enkele oplossing dichterbij gebracht. De studie van de heiligenlevens, waar sommigen zoveel hoop op hadden gevestigd, heeft geen nieuwe inzichten opgeleverd. Niet alleen gehoorzaamden de heiligen op hun zoektocht naar zaligheid aan motieven die slechts gedeeltelijk altruïstisch waren (al moet de onderwerping aan de wil van de Heer, waar ze zich op beriepen, heel vaak niets anders zijn geweest dan een handig middel om hun natuurlijk altruïsme te rechtvaardigen voor hun medemensen) het voortdurende geloof in een goddelijke entiteit die overduidelijk aanwezig was, bracht bovendien afstompingsverschijnselen bij hen teweeg die op de lange duur onverenigbaar waren met het behoud van een technologische beschaving. Wat de hypothese van een 'altruïsmegen' betreft, die heeft zoveel decepties opgeleverd dat niemand er tegenwoordig openlijk over durft te spreken. Weliswaar heeft men kunnen aantonen dat de centra van wreedheid, moreel oordeelsvermogen en altruïsme allemaal in de prefrontale cortex lagen... p.66

De puinhopen een twintigtal eeuwen verder na de grote menselijke eindtijd:
... In een verwoest landschap van hoge, grijze flatskeletten met gapende ramen schoof een gigantische bulldozer modder weg. Ik zoomde een beetje in op het enorme gele voertuig met zijn afgeronde vormen, dat eruitzag als een radiografisch bestuurd speeltje - er leek geen bestuurder in de cabine te zitten. Al rijdend versplinterde de bulldozer met zijn schuifblad menselijke geraamtes in de zwartige modder; toen ik nog wat verder inzoomde kon ik duidelijk scheenbenen en schedel onderscheiden... p. 174/175

Dan krijgen we het slotcommentaar: epiloog.
De laatste Daniel besluit zijn 'veilige' compound te verlaten en de wijde wereld in te trekken. Daar bevinden zich de restanten van een ooit 'geciviliseerde' samenleving. Hij komt de overgebleven groepen wilden tegen, de laatsten der Mohikanen van de geschiedenis der mensheid.
De uiteindelijke conclusie over het overgebleven mensdom:
... walgen van de bruutheid van hun onderlinge gedrag, hun meedogenloosheid tegenover oude of zwakke individuen, hun eindeloze honger naar geweld, hiërarchische en seksuele vernederingen en onvervalste wreedheid. [...] Kennelijk was er bij de wilden geen enkel feest voorstelbaar zonder geweld, bloedvergieten en martelvoorstellingen; het bedenken van ingewikkelde, gruwelijke kwellingen leek zelfs het enige punt waarop ze iets van de vindingrijkheid van hun menselijke voorouders hadden bewaard; verder ging hun beschaving niet. Wanneer je in de erfelijkheid van het morele karakter geloofde had dat niets verbazingwekkends: het was logisch dat de bruutste en wreedste individuen, zij die het agressiefst waren aangelegd, in groteren getale een langdurige reeks conflicten overleefden en hun karakter aan hun nageslacht doorgaven... p. 409

Dat de ultieme ontbinding van de westerse cultuur niet lang op zich laat wachten lijdt geen twijfel volgens de pessimistische maar ook realistische kijk en kritiek van Houellebecq op onze huidige samenleving.

auteur: Michel Houellebecq
uitgeverij: de Arbeiderspers
vertaling: Martin de Haan





OFTEWEL CELLO GRANDIOOS




Jean-Louis Aubert et Michel Houellebecq
in
Isolement 

3 opmerkingen:

  1. Een wrange werkelijkheid die Houellebecq beschrijft - weinig hoopgevend maar dat weten we al wanneer je naar de wereld kijkt.
    Toepasselijk de bijgevoegde Apocalyptica: niet te versmaden!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een interessant boek moet dat zijn, jouw wervende bespreking ervan doen me alvast watertanden! Jammer genoeg is de boodschap die er in verwerkt is weinig hoopgevend voor de toekomst...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. justice28.2.14

    Wat ik zoal tussen de regels doorlees doet me denken aan een van zijn vorige boeken: elementaire deeltjes. Reden om het binnenkort tot me te nemen.
    Fraaie Apocalyptica-tische afsluiting van bovenstaande tekst.

    BeantwoordenVerwijderen