Onlangs was ikzelf de pineut.
Ruim vier jaar lang heb ik met veel plezier en vrijheid op een scootmobiel rondgereden. M'n beschreven avonturen kun je in twee columns nalezen, schertsend genoemd: de elektrische stoel (deel I) + de elektrische stoel (deel II)
Toen ik afgelopen winter een flinke kou had gevat met als gevolg longontsteking en ruim zes weken huisarrest wist ik dat dit grandioze vervoermiddel in kou en nattigheid niet te doen is. Sowieso ben ik genetisch ruimschoots bedeeld met astmatische bronchitis en allergie: graspollen, huisstof, huismijt, paarden, konijnen, cavia's, honden en vooral katten, waar ik zo gek op ben.
De positieve kant is dat ik vanwege aanvallen van benauwdheid begin jaren zeventig me ben gaan verdiepen in de yoga. Ademhalingsoefeningen waren een logisch gevolg. Ik was er toen nog niet van doordrongen dat het later mijn beroep zou worden. Het heeft me heel wat benauwdheden bespaard en mijn bewustzijn verruimd door te leren loslaten en ontspannen.
Ook past het woord slijmbal bij mij. Ik hoestte me het afgelopen jaar twee liesbreuken. De longarts constateerde een bronchiëctasie, een blijvende verwijding van de bronchiën als gevolg van herhaaldelijke ontstekingen. Hierdoor worden de luchtwegen abnormaal vergroot. Er vormt zich extra slijm, hoopt zich daar op en kan niet makkelijk worden verwijderd. Vaak is longinfectie dan het gevolg.
Sinds zes weken rij ik nu in een Canta. Een heerlijk smal behendig mobiel, dat me een ongelooflijk onafhankelijkheids- en vrijheidsgevoel geeft.
Zelfs 's avonds kan ik nog eens ergens heen.
In de vooravond hadden bewoners naast mij wat oud meubilair op straat gezet. Toen ik in de ochtend bij het ontwaken keek of het regende, zag ik tot mijn grote verbazing een krukje op het dak staan van mijn Canta. Ook hing de ruitenwisser erbij. Het portiek stond vol met het grof vuil van buurman en mijn huisdeur was gebarricadeerd.
Ik schoof een en ander opzij en baande mij een weg naar buiten. Bij nadere inspectie bleek een band lek te zijn en hingen twee spiegels slap aan weerszijden omlaag. De ene kon ik nog terugduwen, de ander was geheel ontwricht.
Nu heb ik weleens gehoord dat de Canta een dankbaar voorwerp is voor hoon en spot. Vernieling schijnt dan ook schering en inslag te zijn. Soms worden ze zelfs voor de lol de gracht ingeduwd, op z'n kant gegooid of in de fik gestoken.
Tja... en een naamkaartje staat er nooit bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten