zondag 9 maart 2014

eloge

Wegdommelend droom ik dat ik in een vuurtoren woon en het vergezicht over het wad is magnifiek. Het rustige water weerspiegelt de volle maan als een glanzende streep. De zilveren schijn hypnotiseert me. Rondom mij staat het vol bloemen. Hoe kan ik nou zoveel bloemen binnenshuis verzameld hebben, denk ik, die dingen laat ik toch liever in de natuur staan. Het bloemenveld breidt zich uit. Ineens staan er anemonen en lelies in zee. Het fluitenkruid schiet omhoog. Radijzen zo groot als meloenen, pompoenen alom en het riet staat manshoog.
Ik zie een oude eik, een stevige knotwilg en een rijzige es waarin een papegaai zit. Hij heeft de es, die de vorm van een pentagram heeft, uitgezocht als klimboom en hij eet tuinbonen. Ik zie dat hij de bonen pelt om de bittere smaak er vanaf te krijgen.
De zee maakt danspasjes rondom dit eldorado.
Dan vindt er een metamorfose plaats. Het water trekt weg en komt met gezwinde spoed weer terug. Eb en vloed wisselen elkaar af in een minimum van tijd. Jan-van-genten, zeemeeuwen en albatrossen krijsen hun hoogste lied. Een school haringen zwemt voorbij. Zij zwaaien tot mijn grote verwondering met hun staarten alsof ze me begroeten. Ze springen omhoog en maken een salto in de lucht om vervolgens met veel kabaal terug te plonzen in het inmiddels woeste water. Er is er een die z’n tong naar me uitsteekt. Plots breekt er een storm los die allengs heviger wordt. Visnetten raken verstrikt in het zich neerbuigende riet en de winde woekert razendsnel door het struikgewas. Golven beuken tegen de vuurtoren en de rabarber boort zich als een heipaal door de deur. De es en de knotwilg buigen zich naar elkaar en fluisteren: daar gaan we dan. In de verte zie ik de alarmsignalen van een schip in nood. Vette zeepalingen vluchten sissend weg.
Vogels veranderen van kleur of transformeren in vleermuizen. Loerend naar de vissen, krassen de kauwen en kraaien elkander toe in hun duistere taal:
Kra kra... jij houdt van hoekig hè.
Jazeker, maar rondingen zijn ook niet te versmaden.
De zee geeft de zee neemt, roept de raaf.
Een oude uil, horend doof en ziende blind zucht slechts.
Voor mijn beslagen vensterraam staat een zeearend die mij gebaart op zijn rug te gaan zitten.
Door het grote tumult en watergeweld heen kan ik nog net horen hoe hij snerpt: Jij waterman, met jou is het water naar de zee dragen.
Ik hou me vast aan z’n lange verentooi, blij met zoveel erbarmen en we stijgen op. Ik hoor een jammerlijk gekraak en als ik omkijk, zie ik nog net hoe een vloedgolf mijn vuurtoren verzwolgen heeft. Een feeëriek lichtschijnsel kleurt de hemel.
Dit is het laatste oordeel, flitst het door mij heen...

6 opmerkingen:

  1. Wat een weer schitterend geschreven verhaal begenadigde es, en de foto er bij maakt het imo àf! Bedankt voor dit pareltje en ik hoop dat je nieuwe week ook een pareltje zal zijn!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kleurig weergegeven! Ik maakte even je droom mee..in kleur dus!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Suggestie: de beelden verwezenlijken op doek, misschien?!

      Verwijderen
    2. Eigenlijk doe ik dat continu Es,...ze komen echter bij mij op een andere manier te voorschijn! ;-)

      Verwijderen
    3. Dat maakt het leven zo spannend: al die verschillende perspectieven!

      Verwijderen
  3. Ziet eruit als een lucide droom!

    BeantwoordenVerwijderen