donderdag 1 november 2012

Dealey Plaza 's-Gravenhage

auteur: Jos de Gruyter

In het leven van Maas Minderman zit nooit eens iets mee. Hij is en blijft een sukkel. Dat vindt hijzelf op de eerste plaats.

Zoals op de cover vermeld:
... een beklemmend maar ook hilarisch verhaal over zinloosheid, waarheid en beleving en de manier waarop mensen elkaar uit kwaadaardigheid en dommigheid beschuldigen, gebruiken en laten vallen...

***

Maas Minderman komt ter wereld in 1951 maar eerst krijgt de lezer een inkijk in de voorgeschiedenis.
Wanneer moeder Commerina Maasland haar man Rinus vertelt dat ze naar alle waarschijnlijkheid zwanger is, schampert hij: Denk je dat je op jouw leeftijd nog zwanger kan worden? Je bent oud mens. Je loopt tegen de vijftig.
Eenmaal een feit voelt zij de zwangerschap als het resultaat van een verkrachting.

Het verhaal ga ik niet vertellen maar enige amusante passages zal ik citeren:

In de achterkamer keek een grauwwit gipsen beeld op een sokkel aan de muur minzaam op de bewoners neer. Het was de fors uitgevallen beeltenis van een devoot zegenend Christusfiguur: het Heilig Hartbeeld, een onmisbaar stijlelement in een door katholieken bewoonde woning. Op een winterse zaterdagmiddag had Rinus met aandoenlijke ijver een aansluiting in de sokkel geknutseld voor een elektrisch kaarsje dat dag en nacht brandde. Het beeld was een keer onfortuinlijk gevallen toen Commerina erachter willen stoffen met haar plumeau. Twee zegenende vingers waren afgebroken en Rinus had ze onbarmhartig vloekend over Commerina's onvoorzichtigheid met sneldrogende stopverf hersteld. Bij de reparatiewerkzaamheden was de kromming van de wijsvinger prominenter uitgevallen dan die van de middelvinger en aangezien de ringvinger en de pink van de Heer al bij aanschaf in een sterke kromming naar de handpalm waren geboetseerd, gaf het beeld zijn schare na de restauratie permanent de digitus impudicus. Maar in die jaren werd daaraan geen aanstoot genomen, want de betekenis van deze vorm van nonverbale communicatie was niet wijdverbreid en had zeker huize Minderman niet bereikt...  pag. 20


Het was bijna half twee toen ze, een beetje draaierig in haar hooggesloten pyjama, het echtelijk bed betrad. Rinus zou nu wel slapen en ze peinsde er niet over hem wakker te maken. Hij zou haar afbekken en zijn adem zou stinken naar rottende kiezen, verkoudheid, alcohol en tabak. Ze kokhalsde bij de gedachte. Behoedzaam gleed ze onder de dekens, legde haar gebit in het glas met water op het nachtkastje, deed haar bril af en sloot haar ogen. Ze was bekaf.
Voor het verhaal is het niet relevant nauwkeurig te beschrijven wat er vervolgens gebeurde. 'Het leven doorgeven', zou een te zinnenprikkelende definiëring zijn. Het onwennig gefriemel van twee mensen die elkaars aanwezigheid als ongewenst doch onontkoombaar beschouwen, maar in een alcoholische schemertoestand elkaar betasten en tot iets komen dat in formele zin als coïtus moet worden gekarakteriseerd, kan nauwelijks in mooie bewoordingen worden omschreven. Uitgezakte bleke lijven die onhandig langs elkaar wrijven, gezichten die elkaar niet zoeken maar nadrukkelijk ontwijken: het is geen mooi beeld. Vergeet het, maar onthoud de kern: wat begon met een bits ''wat dóe je'', overging in een afgemeten "Rinus, láát dat!" en eindigde in een venijnig "klaar?" bleek achteraf de treurige conceptie van Maas. Ongewild, onbedoeld, ongewenst, onverwacht. Ongevraagd ook. De voorbode van een liefdeloos en kommervol bestaan... pag 31/32

De jeugd van Maas schetst een duidelijk en herkenbaar jaren vijftig/zestig beeld. Zijn liefdeloze ouders geven hem een permanent mislukt gevoel. Vol zelfbeklag en zieligheid leidt -liever gezegd leidt met een lange ij- hij het leven. De hele wereld heeft de pik op hem. Door iedereen wordt hij vals beschuldigd. Hij doet het nooit goed en na een opsomming van al het onrecht dat hem is aangedaan, lezen we:
... Alles liever dan jou, want ze motten je niet. Je ouders wilden je niet. Het leger wilde je niet. De provincie wilde je niet. De overheid wilde je niet. Het pensioenfonds mot je niet. Het systeem mot je niet. Niemand mot je! Ze motten me niet!... pag. 189

Jos de Gruyter 
Dealey Plaza 's-Gravenhage
Uitgeverij PMA, 2012


5 opmerkingen:

  1. Ook voor deze knappe boekbespreking bedank ik je, het maakt mijn leven een beetje rijker...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Niet iets om in het najaar te lezen als je toch al depressief bent. :-).

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. misschien juist wél want dan valt je eigen depressie waarschijnlijk nog mee ;-]

      geruststellend: het is een tragikomische roman...

      Verwijderen
  3. En hier staat er nog zo eentje dat ik na het lezen van je log weer wil lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Deze kén ik, een zeer herkenbaar tijdsbeeld neergezet over de verpaupering in bepaalde gezinnen en de grauwgrijze vijftiger-jaren.

    BeantwoordenVerwijderen