vrijdag 7 september 2012

geur des doods


Met het stijgen der jaren worden enige van mijn zintuiglijke functies wat minder. Het gehoor lijdt aan een familiaire doofheid. De middentonen kan ik slecht verstaan, een hoorapparaat stel ik nog even uit maar is niet onwaarschijnlijk op korte termijn.
Ook valt me op dat de leesbril niet meer los te zien is van mij. De letters worden onscherp.
De gevoelswaarneming middels de tastzin is er beter op geworden. Smaak heeft zich door de jaren heen verfijnd, aangezien ik nauwkeurig en selectief proef. Mijn reuk is analoog aan een speurhond, schijnt niet te willen verouderen en het zesde zintuig, de intuïtie, heeft zich in de loop van het leven sterk ontwikkeld.
Die reuk kan weleens tot excessen leiden.
De laatste twee dagen word ik overvallen door een smerige geur bij het betreden van de huiskamer. Naarmate de uren verstrijken wordt deze geur een stank, zo penetrant dat het niet meer mijn neus wil verlaten en de echo hiervan, ook buitenshuis, blijft hangen. Ik verdenk een dooie muis van deze lijklucht.
Al maanden lang heb ik last van muizen.
Thor en Henkie (alias Sjako) zijn nog zo gewaarschuwd dat zij geen huisdieren mogen houden, maar tevergeefs. In de nacht- en avonduren houden ze hen graag gezelschap. Er valt altijd wel een verloren zaadje te vinden en ze lopen gewoon over de zitstok. Ze voelen zich hier thuis, want schrikken doen ze niet meer. Soms schieten ze weg als ik van me laat horen maar komen twee minuten later weer terug.
Zoals eerder gezegd heb ik een hekel aan gif of een dodelijke muizenklem maar vang ze wel geregeld met een diervriendelijke val. De muis blijft leven en wordt een eind van huis weer vrijgelaten.
Allereerst maar eens zoeken naar de stank-boosdoener onder de penantkast.
In de lade liggen vele muizenkeutels en aangevreten papier. Ook hier en daar wat wolletjes. Ze hebben er duidelijk een nestje gemaakt maar verder geen muis te bekennen. Even verderop staat naast de beul van de houtkachel een als blokkendoos opgestapelde houtbult voor de komende winter.
Vanmorgen werd ik doodmoe wakker. In mijn droom heb ik de bult hout van ongeveer twee meter breed en een meter hoog lopen versjouwen op zoek naar het lijk. Verder onderzoek is noodzakelijk. Op mijn buik liggend snuffel ik centimeter voor centimeter de houtstapel af.
Tot grote opluchting ruik ik slechts hout en geen lijklucht. Naast de kachel staat een rariteitenkabinet. De geur wordt allengs sterker. Ja hier zal het zijn. Ik pak mijn zaklamp en zie daar tot grote vreugd en walging een grijs monstertje liggen in staat van ontbinding. Het is opa muis, de grootste en brutaalste, door mij Japie genoemd de laatste maanden.
Hij heeft een pracht van een begraafplaats uitgezocht en ligt met zijn kop naast een verdroogd rood roosje in een met aarde opgedekte bruine bloempot, naast een kattenkop en een in Ierland gevonden schapenschedel met mijn leesbril op. Een waterpijp met slang en een dennenappel versieren het geheel.

Japie, toen je je laatste uur voelde aankomen, heb je je afgezonderd. Een mysterieuze plek heb je uitgezocht om te sterven. Je bent een huismuis naar mijn hart.

4 opmerkingen:

  1. Jaren geleden (in mijn vorig leven zoals ik dat noem)kon ik ook niet slapen van de stank. Midden in de nacht planken opgebroken en jawel hoor. Helemaal; opgezwollen lag hij achter ons bed onder de houten vloer.
    Ik hoop dat je er vanaf komt Es, maar ik denk dat ze tot in lengte van dagen een goed tehuis hebben gevonden. :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een heerlijk verhaal...ben namelijk gek op dieren, ja zelfs op muizen!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. zeno9.9.12

    Geen algehele degeneratie (dus) gezien de juist sterk ontwikkelde zintuigen in de loop der jaren, zo ik lees.
    En dan komt zo'n reuk goed te pas.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Prachtig mens ben jij toch: ook voor muizen klopt je hart!
    En knap woordenkunstenaar ben je ook al, wat een schitterend neergeschreven verhaal!
    Aan jouw innerlijke zintuigen schort beslist niets Es!

    BeantwoordenVerwijderen