Zoals de prijs van voedsel stijgt en uit de hand loopt, zo daalt de kwaliteit.
Ik ben van huisuit een voorstander van biologisch eten, ware het niet dat ik laatst in de natuurwinkel twee uien kocht voor 1.36 euro waarvan er één, bij nadere inspectie, rot bleek te zijn. Waar vroeger de verse preien lagen te pronken, zijn ze nu van baard en jas ontdaan en blijft er nog een zielig dun oud stompje over met een gigantisch lang stuk groen eraan. Prettig om het gewicht te verhogen.
Een bos verse worteltjes, dat er knapperig en stralend uit zou moeten zien, ligt er tegenwoordig als miezerige dooie vingertjes bij met hangend loof, slap en futloos. Prijs 3.75 per bos.
Onlangs zag ik een kilo verse doperwten: 9.25. Ze schamen zich niet om voor een kilo aardappelen rond de twee euro te vragen. Over de rest van de groente doe ik het zwijgen. Het fruit is al niet veel beter. De meligheid straalt je tegemoet.
Welk een deernis toen ik van de week een perzik, die er op het oog mooi uitzag en rijp aanvoelde, ontvelde. Het water liep me door de mond. Van binnen hard en smakeloos of een tros druiven, zuur, hard en hier en daar aangestoken.
Toen het importeren in Nederland is toegeslagen, is de kwaliteit er zienderogen en qua smaak op achteruitgegaan. Het fruit wordt te vroeg geplukt, daarna in koelhuizen gestopt, of nog erger: ingevroren. Daardoor is er van rijpen geen sprake meer.
Tot overmaat van ramp, heb ik me laten vertellen, wordt ons eigen mooie Nederlandse fruit naar het buitenland geëxporteerd. De heerlijkheid van deze lekkernij schijnt tot het verleden te behoren. Ook hier kunnen we spreken over nostalgie.
Dat de supermarkt deze praktijken hanteert, weet ik allang maar de natuurwinkel had ik hoger ingeschat. Voor m'n rijst, linzen, comestibles en grutten zal ik nog wel de biologische winkel aandoen maar voor de rest zien ze me er niet meer.
Buiten de deur eten wordt ook al hoe langer hoe onplezieriger. Ik bedoel een zomaar willekeurig eethuisje. Prijs en kwaliteit staan niet in verhouding met elkaar.
Afgelopen vrijdag liet ik me weer eens overhalen om in een simpel restaurant een kleine maaltijd te verorberen. Het werd een köfte, die ik daar al eens eerder had gegeten. Dit keer smaakte het geheel anders. De kok had volgens afspraak de groente licht geblancheerd in plaats van de gebruikelijke schaal konijnenvoer. Op de rijst was niets aan te merken. Helaas leek de köfte nergens op. In de verste verte niet het gehakt zoals ik gewend ben maar vier schijven van geperst frikandelachtig vlees, een rubberen substantie, lijkend op een samenstelling van slachtafval zoals uiers, koeienogen, vet en de nodige smaakversterkers.
De inferieure kwaliteit was duidelijk.
Onder het motto van niet de avond verpesten was mijn opdracht, flinke meid zijn, niet zeuren en dooreten. Bovendien trek ik al zo vaak m'n mond open.
De hele avond en nacht heb ik het moeten bezuren met een opgezette maag en een licht onpasselijk gevoel.
Voorlopig heb ik m'n buik er weer van vol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten