zaterdag 21 juni 2008
avontuur in de duinen
Op de langste dag van de zomer viert mijn zus dit jaar haar zeventigste jaardag. Deze bijzondere dag wil ze genieten met haar dierbaren. Daarom nodigt ze familie en een paar vrienden uit voor een etentje.
Gasterij de Kruisberg ligt in de Kennemerduinen bij Heemskerk op enige kilometers van station Castricum en is niet toegankelijk voor auto's.
Mijn zus heeft echter iemand gevonden die een huifkar met paard bezit. Hij is bereid ons die dag te rijden. Er is plaats voor elf volwassenen. Iedereen die oud of slecht ter been is -de senioren dus- gaat met de koets, alsmede onze drie kleinkindertjes. Zij mogen natuurlijk ook mee met paard en wagen. De jongeren rijden er op de fiets achteraan. Langs de rijksweg gaan we stapvoets maar eenmaal in de duinen krijgt het paard de losse teugel en gaan we in draf.
Jarenlang ben ik niet meer in de duinen geweest. Zo prettig om in deze vertrouwde omgeving nu met de hele familie aanwezig te zijn. Het wekt heel wat dierbare herinneringen op.
In mijn jeugd gingen we ieder jaar twee weken op vakantie naar Bakkum. We zaten daar -heel luxueus voor die tijd- in een pension. Dan hoefde mijn moeder niet te koken en had ze ook vakantie, besloot mijn vader liefdevol. Dagelijks gingen we weer of geen weer naar de duinen. Mijn zus en ik plukten emmers vol bramen waar mijn moeder dan bramenjam van maakte. Ik herinner me dat ik hard hollend door de duinen over een bramenstruik struikelde en gillend in de doornen lag. Of die andere keer dat we met z'n allen in een duinpannetje onder de grote oliejas van m'n vader zaten, als een tent om ons heengeslagen, ons beschermend tegen de harde regen.
De Schotse Hooglanders staan onbevangen te grazen in het duingebied. Gelukkig zijn ze zich niet bewust van hun voorland, te eindigen op de barbecue. Tranen schieten me in de ogen en het water loopt me in de mond als ik aan het biefstukje denk dat mij straks wordt voorgeschoteld. Onder het gezang van ik heb mijn wagen volgeladen hobbelen we verder.
Al jubelend en juichend realiseren we ons niet naar Vinkenveen te gaan maar wel schommelend naar de kont van het paard te kijken. De drie- en vierjarigen vertellen sterke verhalen over wat hun paard wel en niet kan. De een laat zijn knol in de oceaan zwemmen en de ander ziet zijn ros stroomopwaarts door de rivier galopperen met zwembandjes om. Na drie kwartier en onder de nodige hilariteit komen we op de plaats van bestemming aan: de Kruisberg.
De geschiedenis van deze duinboerderij gaat terug naar 1870. Vorig jaar is de Kruisberg omgetoverd tot gasterij waarbij het monumentale karakter is blijven bestaan.
Inmiddels zijn we na deze barre tocht wel aan een drankje toe. Onder het genot van een glas wijn wordt mijn zus uitbundig toegezongen.
De barbecues staan al klaar en een fraai uitziende schaal biologisch vlees met rauwkost en salades met boerenbrood en kruidenboter wordt neergezet.
De jongemannen steken de handen uit de mouwen en deponeren allerlei heerlijkheden op de grill: spiesjes met zuiglam en biefstuk van de dikbilkoe. Ook de hamburgers zijn afkomstig van eigen vee.
Iedereen heeft het erg naar zijn zin. De kleuters amuseren zich kostelijk in deze landelijke informele omgeving, ze hebben de ruimte om te ballen en bellenblazen. De jongste zit bovenop een paard en de geitjes worden geaaid. Het weer doet ook zijn best. Het is in ieder geval droog.
In de namiddag staan paard en wagen weer gereed om ons terug naar het station te brengen.
Het was me weer een ouderwets genoegen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten