dinsdag 10 oktober 2006

hoeveel globalisering verdraagt de mens

van de cover: 
De mens, meent Rüdiger Safranski, is een wezen dat over zichzelf kan nadenken. Dat onderscheidt hem van de dieren. Toch blijft de mens ook dierlijk. Die tweezijdigheid maakt hem, zoals Nietzsche zei, tot 'een onbepaald dier'- een wezen dat nog niet helemaal af is, maar dat zijn onvoltooidheid met handigheden en intellect weet te compenseren. Techniek en wetenschap stellen ons in staat ons van onze 'eerste' natuur los te maken en die te beheersen. 
Die vaardigheid is tegelijk ons probleem. Want in hoeverre kunnen we ons in onze tweede natuur - de cultuur - van de eerste losmaken? Leidt de poging tot opheffing van de eerste natuur niet automatisch tot de vernietiging van de tweede? Kijk naar het probleem van de wapenwedloop. Onze emoties, dus ook agressie en angst, horen tot de eerste natuur. Onze middelen die te beheersen, tot de tweede. Maar intussen hebben we de middelen zo ver ontwikkeld dat ze niet alleen aan onze eerste, maar ook aan onze tweede natuur een eind dreigen te maken. Hetzelfde geldt voor globalisering. Het onbehagen daarover stamt al uit de negentiende eeuw, en neemt steeds grotere vormen aan. In Hoeveel globalisering kan een mens verdragen gaat Rüdiger Safranski met behulp van de traditionele filosofie op zoek naar de grenzen van de globalisering.

De cursieve passages zijn fragmenten uit het boek van Rüdiger Safranski: Hoeveel globalisering verdraagt de mens? 
Mijn commentaar rood getypt heb ik als punten ter discussie genoemd op de filosofische avonden bij Theo de Mare.

***

Geschiedenis zou moeten ophouden een noodlot te zijn.
Leven we in een utopia? Adam en Eva werden immers reeds verdreven uit hun paradijs.

Nietzsches droom over de globale oecumene
–illusie- versus de mensheid in de vorm van een dramatische geschiedenis van vijandschap werkelijkheid-

Het toekennen van een rede aan de mens, die in zekere zin a priori naar consensus streeft.

Voor de consensus –overeenstemming van gevoel- gaan twee vooraf: de persensus –het verlengen van het gevoel- De transsensus –het doorvoelen-.
Deze drie -affectieve- waarnemingen zijn onvermijdelijk met elkaar verbonden.
M.n. via consensus zouden de "vijandige energieën, de uitsluitingsmechanismen in het hart van de universalistische concepten bloot kunnen leggen". Helaas schijnt eenheid niet mogelijk te zijn. Ook bij het opheffen van de grenzen wordt de tegenstelling alleen maar groter. OVERAL gaan vijandige energieën schuil.
VOORAL onder de naam van God.
 

Een afgrenzende god, geen god van de hele soort. En zo raakte hij steeds bij de conflicten tussen hordes, stammen en naties betrokken...
De God van het O.T: hij sluit een bondgenootschap met zijn volk tegen de rest v.d. wereld. 

Ziet hier: Exodus, dood, verderf en alweer verdeeldheid. Te vuur en te zwaard wordt de ander bestreden. Om een idee, een beeld, een obsessie, een: wie niet voor mij is is tegen mij!

De mens als bewust wezen heeft zijn geborgenheid in het hier en nu verloren.

Begint het niet reeds bij de geboorte. Het hechtgedrag: een veilig huis, een liefdevolle ouder, koestering. Zorg en basiszekerheid. Geven wat een nieuw leven toekomt.
Als men dit alles ontbeert en de wortels reeds op jeugdige leeftijd ontworteld blijken te zijn, kun je het lijk al zien drijven. Naast deze dreiging voor de pasgeborene, het vervolgens opgelopen trauma, ligt de toekomstige dreiging alweer op de loer. Hoe kun je zorg dragen voor de toekomst, als jou zelf de zorg is ontbeerd. De dreigende gevaren. Je kwetsbaarheid. Eten of gegeten worden. Strijd om de macht.
Zo binnen zo buiten, zo klein zo groot... De machtsmonopolie van de staat.


De armoede lijdt, zij vecht niet. Alleen de gekwetste eer of het verlangen naar roem en erkenning bindt de strijd aan. Voor de "menselijke waardigheid" wordt niet alleen vrede gesticht, maar ook oorlog gevoerd. Zo is ervoor gezorgd dat concurrentie, strijd, oorlog en vijandschap niet ophouden.

Zo blijven bloedwraak, manipulatie, onderdrukking en overheersing voortbestaan. Zo is het gras bij de ander altijd groener.

De maatschappij valt uiteen in de anarchie van geweld. De strijd om onderscheid en erkenning wordt naar buiten toe verlegd, naar de grens van de maatschappij, waar de wereld van de vreemden begint, die dan tot vijanden worden verklaard.

En vice versa!

In de stoffelijke werkelijkheid grenzen de mensen aan elkaar, ze stuiten op elkaar in de ruimte, onderscheiden zich en gaan uiteen. Hoe kun je de ander vertrouwen als het al zo moeilijk is jezelf te vertrouwen? Hoe kun je met de ander tot een vergelijk komen als dat met jezelf nauwelijks lukt? Hoe moet je het met vreemdelingen uithouden als je het nauwelijks met jezelf uithoudt?

De overeenkomsten en herkenbaarheden tussen mensen zijn groot en bekend: we hebben allemaal een neus, twee ogen en een mond etc. We weten allemaal wat emoties zijn, maar... de verschillen zijn veel en veel groter.
Vrede in eigen huis bewaren is al een hele klus. Dan volgt je geliefde, je gezin, je familie, je buren, je vrienden, kennissen. Het verschil van mentaliteit tussen stedelingen en dorpelingen is al groot. Boven en onder de grote rivieren. Binnen en buitenland. Oosten en westen. Europeaan en niet-europeaan. Het verschil van kleur, van klimaat. Kortom: de culturele verschillen en godsdiensten. –lees: fundamentalisme-
Zolang de stelling blijft gehandhaafd: wie niet voor mij is is tegen mij, is er van samenzijn of harmonie nooit en te nimmer sprake en is wezenlijke vrijheid ver te zoeken. Ik ben geen nihilist, maar na het lezen van dit hoofdstuk valt één en ander nog eens te bezien.


Rüdiger Safranski

Hoeveel globalisering verdraagt de mens
uitgeverij Atlas

Geen opmerkingen:

Een reactie posten