* dit gedicht groeit gestaag...
blik ik terug, niet zelden
naar tijden van weleer
gelijk mijn vader zaliger vertelde
over die goeie ouwe tijd
die nimmer heeft bestaan
nooit zouden deze woorden mijn lippen beroeren
daar was gewoon geen denken aan
de ouwe verweet ik geregeld
niet mee te gaan met zijn tijd
tegenwoordig hoor ik regelmatig
hetzelfde verwijt
waar zijn de scherpe observators
de denkers van nu
ik kom ze zelden tegen
wel veel en vaak de parvenu
de culturele en seksuele revolutie
Miles Davis in de Phonobar
existentialisten en bohémiens
filosoferend, inspirerend, provocerend, vernieuwend en bizar
protestliederen te kust en te keur, een eigen mening
weg van bekrompen moraal, conservatisme en kleinburgerlijke stand
kunst, cultuur, muziek een verademing
wij leefden in een vrij en progressief land
cabaretiers leefden zich uit
simplistisch verbond gaf z'n ongezouten mening
in gedaante- en gedachtewisseling
toch kende een ieder z'n eigen verantwoording
vol weemoed en verlangen
blik ik terug, niet zelden
naar tijden van weleer
gelijk mijn vader zaliger vertelde
als ik kijk naar onze doorsnee mens
wordt het me wat triest te moede
'k mis de jeugdige bevlogenheid
ondanks materiële rijkdom, geestelijke armoede
de huidige muziek
geef mij maar de blues en rock
Bach en Schubert zo meer en dan
vrijheid van meningsuiting
worden we ook al in beperkt
kop dicht en mond gesnoerd
of je bent als verdachte gebrandmerkt
overheersing en schending van privacy en ethiek
verboden van regering en controle door de overheid
plaatsen van camera's alom
zogenaamd voor onze veiligheid
popularisering der mensheid in taalkunde en wetenschap
waar blijven de intellectuelen
een vervlakte samenleving, recht van de sterkste
graaiers, zakkenvullers, geen houvast en vele luchtkastelen
democratie staat onder druk
vernietiging der verzorgingsstaat
botsende culturen, fundamentalisme rukt op
een wereld van geld, macht, haat
afbrokkeling van normen en waarden
de smartphone en zijn zombie
decadentie verval verwording
contactgestoord, pretentie, pedanterie
het volk dom gehouden
voor de afgod van z'n verslaving
de buis met stompzinnige programma's en lomp amusement
blasé ten ondergaand aan z'n eigen beschaving
mijn oude stad verworden tot pretpark
massatoerisme op eertijds rustieke grachten
smakeloze nieuw- en hoogbouw
expansiedrift, wereld van kapitaal en grootmachten
grenzeloze politieke correctheid en tunnelvisie
polarisatie en radicalisering der bevolking
blindheid van het establishment
teloorgang van Het Woord en de bespiegeling
standbeelden worden van hun sokkel gerukt
op Fawlty Towers een verbod
groeiende preutsheid, bekrompenheid
waar is toch die vertrouwde zelfspot
een overprikkelde maatschappij
kleinzielig, kortzichtig, rigide, benepen
slachtofferrol en op z'n strepen staan
zich extreem miskend voelen en onbegrepen
dialoog en polemiek
het zelfcorrigerend vermogen
een levenslang meedragende nostalgie
realiseer ik mij achteraf