Na een bezoekje aan de Slegte loop ik graag door de rustige Schuttersgalerij die grenst aan de drukke Kalverstraat. Een fraai stuk historisch Amsterdam.
In deze galerij hangen in het openbaar een aantal grote 17e eeuwse schuttersdoeken.
Richting Spui ligt het Begijnhof en links de Begijnensteeg met café De Engelse Reet. Hier ben ik in meer dan vier decennia niet meer geweest.
In tegenstelling tot heden ten dage behoorde de kroeg in de jaren zestig bij mijn bijna dagelijkse bezigheden. Of ik bleef in de Jordaan bij Café de Westertoren, lees ode aan onze iconen of ik ging het centrum in.
Scheltema aan de N.Z. Voorburgwal was dan mijn eerste aanleg. Tegenover dit café hadden in die tijd veel uitgeverijen van kranten zich gevestigd. Het publiek bij Scheltema bestond uit kunstenaars, schrijvers en journalisten. Het was niet ongewoon wanneer ik bijschoof aan de stamtafel om met nog een paar schrijvers improviste gedichten of limericks te creëren en voor te dragen na het vooraf verzinnen van een paar thema's.
Vervolgens waren De Koningshut met Harry Sr. achter de bar en Hoppe of De Zwart een optie om te bezoeken.
Via de Leidsestraat kon ik regelmatig achterop het pierement zittend meeliften richting Leidseplein naar Reijnders en een paar huizen verderop Eijlders.
Soms zwenkte ik af naar De Engelse Reet.
De moeite waard om dit etablissement, dat uit 1893 dateert, weer eens te bezoeken. Tot mijn grote genoegen is alles nog steeds bij het oude gebleven en daar hou ik van, nostalgisch als ik ben.
Letterlijk en figuurlijk een bruin café. Opvallend is het ontbreken van een bar en muziek.
Teun, de uitbater, die hier al bijna dertig jaar de scepter zwaait, schuift een schilderij opzij en laat mij het verschil van kleur zien.
Vijfenveertig jaar geleden zijn de muren door mijn vader voor het laatst geschilderd, glundert hij.
Het café heet eigenlijk De Pilsener Club maar sinds 1920 kreeg het een alias: De Engelse Reet.
Waarom Engelse Reet, wil ik weten.
Wat had je gedacht, riposteert hij.
Reet, kier, spleet, kloof...
Ja, dus de nauwe doorgang van de Engelse kerk op het Begijnhof naar hier.
Had ik eerder kunnen bedenken met mijn associatief vermogen.
Hoeveel bieren worden hier geschonken?
Ongeveer tweeëntwintig, telt Teun.
Als je hierachter mijn tap wilt zien, ben je welkom.
Dat laat ik me geen twee keer zeggen, ik betreed graag een authentiek domein waar de sfeer van zo'n 120 jaar spiritualiën voelbaar is en mijn fantasie gevoed wordt.
Links van het gangetje is de tap in een nisje verdekt opgesteld.
Ik zie een schilderij van een valk met een kroon op zijn kop hoog aan de muur hangen en wil weten of dat enige symbolische betekenis heeft.
Jazeker, daar zit een heel verhaal bij.
't Zou niet zo zijn.
De Engelse Reet schenkt het unieke Van Vollenhoven's Stout op fles. Eens per jaar vindt er een presentatie plaats dan komt dit bier van het fust. Het is een jaarlijkse traditie die druk bezocht wordt, aldus Teun.
Ik mag het genoegen smaken het bier te proeven maar je moet ervan houden, het beste vergelijk is de Quinness, van een koffie-achtige bitterheid, dus een échte Stout.
Via het getoonde foto- en knipselboek over de historie van de brouwerij van de familie Van Vollenhoven word ik weer een en ander wijzer.
De gekroonde Valk was een bierbrouwerij gelegen tussen de
Hoogte Kadijk en de Nieuwe Vaart. Rond 1900 was het bedrijf de grootste brouwerij van de stad.
* De brouwerij en azijnmakerij, werd in 1733 in Amsterdam opgericht door Jan van den Bosch. De familie Van Vollenhoven nam het bedrijf in 1791 over en gaf haar naam aan verschillende bieren. Het op de bierflessen afgebeelde beeldmerk toonde een valk met een kroontje op de kop.Ter gelegenheid van het 100 jarige bestaan van het bedrijf in 1891 werd op een 5,5 meter hoge zuil bij de toegangspoort een gietijzeren beeld van een gekroonde valk geplaatst. Tegenwoordig staat de zuil met daarop een replica van het beeld op de hoek van de Hoogte Kadijk en de Buiten Kadijken.
* citaat uit Gekroonde Valk historie
Mijn volgende gang is naar de Hoogte Kadijk om daar de Gekroonde Valk in al zijn glorie te aanschouwen en voor eeuwig vast te leggen. Een afzakkertje op steenworp afstand daarvan, bij café Scharrebier op het Rapenburgerplein, ligt voor de hand.
Wow lieve Es, het heeft een tijdje geduurd vooraleer je iets nieuws plaatste maar het is beslist het wachten en de moeite waard! Ik heb hier van genoten, hoe jij het beschrijft met die knappe foto's er bij... heel wervend! Dus ga ik van zodra ik de gelegenheid krijg hier ook eens een kijkje nemen!
BeantwoordenVerwijderenOT: nog steeds zo veel pijn schat? Ik hoop van niet... en bedankt voor je lieve reactie bij mij!
Binnenkort kom ik terug om te lezen.
BeantwoordenVerwijderenDe tijd vliegt hè.
Leuk café met sympathieke eigenaar en het publiek is net zo antiek als de kroeg zelf.
BeantwoordenVerwijderenEs,
BeantwoordenVerwijderenJij hebt er een bijzonder aardige toer van gemaakt, die zeker bij jouw de nodige nostalgische gevoelens naar boven heeft gebracht. Zelf herken ik een heel klein stukje van deze toer, n.l. de Schuttersgalerij, die heb ik al minstens twee keer bezocht tijdens een dagje Amsterdam.
Zoals je ziet ben ik er ook weer na mijn Zonnebloem weekje, nog bedankt voor jouw reacties op mijn webog.
Groet je S,
jeer
Dat binnenkort is intussen vijf dagen later Es, maar nu ben ik dan ook helemaal op de hoogte van je nostalgische kroegentocht. Het Amsterdamse druipt eraf. Geweldig. In gedachten zie ik je (een kleine) veertig jaar geleden rondzwalken hihihi.
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk hè zulke herinneringen ophalen en een mooi Amsterdams Bierbrouwersdocument.