Van de cover:
... Niet beter, wel heter!
De zelfkant van Shanghai, NAC-Willem II, een geil wijf uit Aarle-Rixtel, de Schel, Peerke Sonnemans uit de Sigaarstraat en de beauty van de afhaalchinees bij J. Kessels in Tilburg-Noord om de hoek vormen de smakelijke ingrediënten van deze romantische komedie, waarin voor de verandering ook eens flink geneukt mag worden, niet het minst door de auteur zelf. En nog wel met een of ander lelijk wijf. Waar is J. Kessels trouwens? Een schandaal is het, en tot overmaat van ramp blijkt de bami in China heel niet te smaken zoals thuis. Niets in Het bamischandaal is wat het lijkt, godsakke...
***
Het promotiefilmpje voor het bamischandaal was veelbelovend, temeer daar ik in grillroom Jeruzalem redelijk de loftrompet afstak over de schrijver P.F.Thomése.
De deur in huis met de eerste zin van de proloog: Precies op dit moment ligt J.Kessels op zijn kamer in het Cockroach Hotel te Shanghai 'zichzelf een hand te geven', zoals de Chinese uitdrukking luidt: sjekkie in de verkeerde hand en gaan met die banaan. Buiten gaat de zon onder, voor niets, zoals alleen de zon dat kan. Binnen op de televisie een reclame voor hoofdhaar, maar voor schaamhaar geldt in principe hetzelfde. Het is even na zessen of zevenen plaatselijke tijd, in elk geval met de grote knoeperd steil omhoog, want lezers waarderen het wanneer een beschrijving tot in de puntjes klopt... pag.9
De toon is gezet!
mag ik even voorstellen:
van borsten en billen
tieten en kont
van slappe leuter tot keiharde knoepers
godnondeju tot uitentreuren
seks en scheten
van kuthomo's en poepgaatjes
van gescheld en gekanker
van slap aftreksel tot hete soep
en de kadetten van Bernadette
Intussen reist Thomése zijn vriend J.Kessels achterna naar Shanghai die op zoek is naar 'zijn natte droom': een Chinees stuk.
Ik onthoud mij verder...
van commentaar
P.F. Thomése het bamischandaal uitgeverij: Atlas Contact
Restaurant Blauw lag al lang in de lijn der verwachtingen gezien de geloofd en geprezen keuken. Door Garuda Indonesia uitgeroepen tot het beste Indonesische restaurant van Nederland en zelfs onze culinaire weetal Johannes van Dam heeft het ooit beloond met een 9. Mogen je verwachtingen dan hoog gespannen zijn?
Menig Indonesisch restaurant in Amsterdam is mij bekend en menigmaal heb ik genoten van de vele geuren en smaken. Bij binnenkomst werden mijn tafelgenoot en ik vriendelijk handschuddend tegemoetgetreden door een aardige jongeman en hij begeleidde ons naar onze plaats. Het interieur viel me op het eerste oog tegen maar dat is persoonlijk. Veel plastic waarvan een stoel met harde zitting die bovendien niet lekker zat. De muziek -een gillende dame- was niet om aan te horen. Echter een glas wijn in de hand maakte veel goed en als eerste kregen we de amuse van het huis: een overheerlijke grote garnaal gefrituurd in een ragfijn deegje met een mini kommetje pompoensoep. Het smaakte veelbelovend naar meer. Inmiddels liep het restaurant vol met toeristen. Blijkt dat er bij CNN de nodige reclame is gemaakt vanwege 'de heerlijke Daging Rendang die je geproefd moest hebben...' Mijn tafelgenoot bestelde de rijsttafel Selera Blauw en ik de visschotel Ikan Bali Jimbaran. Veel woorden wil ik er niet aan besteden maar het was een teleurstelling want het vlees bleek volgens het oordeel van tafelgenoot taai te zijn en niet te verteren. Mijn vis smaakte vrij saai en het eten kwam niet heet van het fornuis op tafel. Bovendien kregen we niet de indruk dat we een verse maaltijd voor ons hadden staan. Vermoedelijk dat het al enige tijd in de keuken stond af te koelen en moest het door tafelverwarming op temperatuur worden gebracht.
Bij de vraag of het gesmaakt had, gaf ik aan dat het vlees taai was en dat zou 'doorgegeven worden aan de keuken'. Ik heb er nooit meer wat over gehoord. Zwaar gedesillusioneerd, honderd euro minder en onder het gemompel van wat een toeristenval verlieten we het pand.
Afgelopen weekend las ik in de De Oud Amsterdammer een, voor mij interessant, *** item over de Koekjesbrug geschreven door Simon van Blokland die mij bovenstaande foto uit zijn archief heeft toegestuurd.
Ter nadere informatie:
... aldus de overlevering van mijn familie.
Mijn (over)grootouders waren tuinders. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd hun grond geconfisqueerd door de gemeente Amsterdam. Het land heette: 't Land Mina. De gevelsteen is te bezichtigen aan een pand op de Da Costakade 211 (bij de hoek Jacob van Lennepkade). Mijn voorouders, van eenvoudige afkomst, zetten destijds in goed vertrouwen hun handtekening en werden afgescheept met een 'appel en een ei'.
Ik heb van jongs af aan gehoord dat de Koekjesbrug naar mijn voorouders is genoemd. Mijn grootmoeder, de moeder van mijn moeder, heette Catharina Frederica Pannekoek. (1871-1941)
*** item na te lezen in het krantenarchief van De Oud Amsterdammer van 29 april 2013. Pagina 5: brug op, brug af de Koekjesbrug.